Beschikking van de president van het Gerecht van 19 januari 2024 – Lagardère/Commissie

(Zaak T-1119/23 R)

[„Kort geding – Mededinging – Concentraties – Verzoek om inlichtingen – Artikel 11, lid 3, van verordening (EG) nr. 139/2004 – Verzoek om voorlopige maatregelen – Geen spoedeisendheid”]

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Lagardère SA (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: D. Théophile, G. Aubron en C. Bocket, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Caro de Sousa, B. Cullen en D. Viros, gemachtigden)

Voorwerp

Met haar verzoek krachtens de artikelen 278 en 279 VWEU vordert verzoekster, ten eerste, opschorting van de tenuitvoerlegging van besluit C(2023) 6429 final van de Commissie van 19 september 2023, dat betrekking heeft op een procedure op grond van artikel 11, lid 3, van verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (zaak M.11184 – Vivendi/Lagardère) (hierna: „besluit van 19 september 2023”), zoals gewijzigd bij besluit C(2023) 7464 final van de Commissie van 27 oktober 2023 (hierna: „besluit van 27 oktober 2023”), en, ten tweede, bij wijze van voorlopige maatregel, dat haar wordt gelast alle documenten te bewaren waarop het besluit van 19 september 2023, zoals gewijzigd bij het besluit van 27 oktober 2023, betrekking heeft en die relevant kunnen zijn voor het onderzoek van de Europese Commissie.

Dictum

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

De beschikking van 29 november 2023, Lagardère/Commissie (T-1119/23 R), wordt ingetrokken.

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

____________