Language of document :

Beroep ingesteld op 29 december 2010 - Castiglioni / Commissie

(Zaak T-591/10)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Castiglioni Srl (Busto Arsizio, Italië) (vertegenwoordiger: G. Turri, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Primair: de in het verzoekschrift nader omschreven bestreden handelingen nietig verklaren en bijgevolg de Europese Commissie veroordelen tot schadevergoeding in natura, ook door de nietigverklaring of het ongeldig of onwerkzaam verklaren van de overeenkomst die eventueel zou zijn gesloten tussen de Commissie en de concurrenten aan wie de opdracht is gegund.

Subsidiair: de in het verzoekschrift nader omschreven bestreden handelingen nietig verklaren en bijgevolg de Europese Commissie veroordelen tot vergoeding in geld van de schade, met inbegrip van de door Castiglioni Srl geleden zogenoemde danno curriculare (de schade als gevolg van het feit dat de opdracht niet aan de referenties kan worden toegevoegd), waarvan het bedrag in de loop van het geding zal worden bepaald, vermeerderd met rente en waardecorrectie op het verschuldigde bedrag.

In elk geval: de Europese Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan:

Eerste middel: schending van artikel 137, lid 4, van verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357, blz. 1), schending van de aankondiging van opdracht en van de latere toelichtingen, en motiveringsgebrek

In dat verband betoogt verzoekster dat zij heeft aangetoond dat zij voldeed aan alle minimumgeschiktheidseisen uit de aankondiging van opdracht, en dat volstrekt irrelevant is dat zij dit gedeeltelijk rechtstreeks en gedeeltelijk via een beroep op de capaciteiten van een derde heeft aangetoond, aangezien in de in casu toepasselijke regelgeving uitdrukkelijk is voorzien in de mogelijkheid om een beroep te doen op de capaciteiten van een derde. Bijgevolg is het ontbreken van beoordeling van verzoeksters offerte onrechtmatig.

Tweede middel: schending van artikel 148, lid 3, van de reeds aangehaalde verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002, en motiveringsgebrek

Dienaangaande betoogt verzoekster dat de aanbestedende dienst ook bij een beslissing aangaande de omstandigheid dat de documenten die zij had overgelegd ten bewijze dat aan de norm ST3 was voldaan, niet ondubbelzinnig waren, artikel 148, lid 3, van verordening nr. 2342/2002 had moeten toepassen.

Derde middel: onregelmatigheid van de aankondiging van opdracht

Dienaangaande betoogt verzoekster dat zij, indien het standpunt van de aanbestedende dienst tegen alle waarschijnlijkheid in zou worden geacht een grondslag te vinden in de aankondiging van opdracht, deze aankondiging zelf betwist en daarbij de grieven overneemt die zij reeds in het eerste middel heeft geformuleerd.

____________