Language of document : ECLI:EU:T:2008:446





Beschikking van de president van het Gerecht van 15 oktober 2008 – Bank Melli Iran / Raad

(Zaak T‑390/08 R)

„Kort geding – Verordening (EG) nr. 423/2007 – Beperkende maatregelen ten aanzien van Islamitische Republiek Iran – Besluit van Raad – Maatregel tot bevriezing van tegoeden en economische middelen – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Geen spoedeisendheid – Geen ernstige en onherstelbare schade”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 21‑23, 25-27)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punt 24)

3.                     Europese Gemeenschappen – Rechterlijk toezicht op rechtmatigheid van handelingen van instellingen (Art. 60 EG, 301 EG en 308 EG; verordening nr. 423/2007 van de Raad) (cf. punt 39)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 40‑43)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van punt 4 van lijst B van de bijlage bij besluit 2008/475/EG van de Raad van 23 juni 2008 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 163, blz. 29), voor zover Bank Melli Iran is opgenomen op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen worden bevroren

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.