Language of document :

Beroep ingesteld op 7 juni 2011 - Deutsche Bahn e.a. / Commissie

(Zaak T-289/11)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Deutsche Bahn AG (Berlijn, Duitsland), DB Mobility Logistics AG (DB ML AG) (Berlijn, Duitsland), DB Energie GmbH (Frankfurt am Main, Duitsland), DB Schenker Rail GmbH (Mainz, Duitsland), DB Schenker Rail Deutschland AG (Mainz, Duitsland) (vertegenwoordigers: Rechtsanwälte W. Deselaers, J. S. Brückner en O. Mross)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de op 29 maart 2011 ter kennis gebrachte inspectiebeschikking van de Commissie van 14 maart 2011 nietig verklaren;

elke gestelde handeling die voortvloeit uit de op basis van deze onregelmatige beschikking uitgevoerde inspecties nietig verklaren;

in het bijzonder de Commissie de teruggave van alle afschriften van de documenten die in het kader van de inspecties werden gemaakt, op straffe van nietigverklaring door het Gerecht van de later door de Commissie vast te stellen beschikking; en

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters vorderen om nietigverklaring van beschikking C(2011) 1774 van de Commissie van 14 maart 2011 (zaken COMP/39.678 en COMP/39.731), waarbij op grond van artikel 20, lid 4, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad1 wordt gelast inspecties te verrichten bij Deutsche Bahn AG en alle direct of indirect onder haar zeggenschap staande rechtspersonen op grond van een mogelijke bevoorrechting van dochterondernemingen met een systeem van korting op de levering van tractiestroom.

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters vier middelen aan:

schending van het fundamentele recht van de onschendbaarheid van de woning bij gebreke van een voorafgaande rechterlijke toestemming;

schending van het fundamentele recht op een effectief beroep in rechte bij gebreke van een voorafgaande feitelijke en juridische rechterlijke toetsing van de inspectiebeschikking;

schending van het recht van verweer door een oeverloos uitgebreide en niet-specifieke beschrijving van het voorwerp van de inspectie ("fishing expedition");

schending van het evenredigheidsbeginsel. De inspectiebeschikking is onevenredig, doordat verzoeksters systeem van korting op tractiestroom sinds jaren transparant wordt toegepast, het meermaals door de Duitse autoriteiten en rechterlijke instanties is onderzocht en in overeenstemming met de kartelwetgeving is geacht, en de naar de mening van de Commissie beslissende vraag of het kortingsysteem "objectief gerechtvaardigd" is, met een minder belastende maatregel, namelijk een verzoek om inlichtingen, had kunnen worden beantwoord.

____________

1 - van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB 2003 L 1, blz. 1)