Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunalul Olt (Roemenië) op 17 maart 2023 – Prysmian Calburi si Sisteme SA / Agentia Naţională de Administrare Fiscală – Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Craiova – Direcţia Regională Vamală Craiova, Autoritatea Vamală Română, Agenţia Naţională de Administrare Fiscală - Direcţia Generală de Administrare a Marilor Contribuabili

(Zaak C-168/23, Prysmian Cabluri şi Sisteme)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Tribunalul Olt

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Prysmian Calburi si Sisteme SA

Verwerende partijen: Agenţia Naţională de Administrare Fiscală – Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Craiova – Direcţia Regională Vamală Craiova, Autoritatea Vamală Română, Agenţia Naţională de Administrare Fiscală - Direcţia Generală de Administrare a Marilor Contribuabili

Prejudiciële vragen

1)    Dient de GN als bedoeld in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/871 , gelet op de toelichtingen op de [gecombineerde nomenclatuur van de Europese Gemeenschappen], in de versie die van kracht is vanaf de datum van de mededeling van de Europese Commissie [inzake de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Gemeenschappen (2007/C 296/02) (PB 2007, C 296, blz. 4)], aldus te worden uitgelegd dat het product bestaande in een kern [core] van de optische vezel en een kernbekleding die bedekt is met een eerste binnenschil van zacht acrylaat en een tweede buitenschil van gekleurd hard acrylaat, een coatingsysteem (ColourLock genoemd), kan worden ingedeeld onder post 8544 70 00 van die nomenclatuur?

2)    Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, mogen de nationale douaneautoriteiten bij de uitlegging van het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel dan voorbijgaan aan het bestaan van besluiten van de douaneautoriteit van die Staat waarin de indeling van dat product onder post 8544 70 00 niet ter discussie is gesteld, maar ook aan gunstige BTI-beschikkingen (waarbij vrijstelling van douanerechten en btw is verleend) van andere douaneautoriteiten of zelfs rechterlijke instanties van andere lidstaten van de Europese Unie met betrekking tot een dergelijke tariefindeling, zonder daarmee in strijd te handelen met het beginsel van uniforme toepassing van de tariefindeling dat voortvloeit uit artikel 28 [VWEU], gelezen in samenhang met de door het [Hof] erkende beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, die relevant zijn voor de toepassing van het Unierecht?

3)    Indien de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord, is het bij de uitlegging van artikel 114 van verordening (EU) nr. 952/20131 van het Europees Parlement en de Raad, gelet op de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, dan mogelijk dat een eventuele onduidelijkheid in de toelichtingen bij de [gecombineerde nomenclatuur van de Europese Gemeenschappen], in de versie die geldt vanaf de datum van de mededeling van de Commissie [toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de [Europese Gemeenschappen] (2007/C 296/02) (PB 2007, C 296, blz. 4)], gevolgd door een later in werking getreden verduidelijking, voor een belastingplichtige in een lidstaat een bijkomende belastingschuld doet ontstaan, met name indien de douaneautoriteiten van die staat in de loop der tijd besluiten hebben vastgesteld waarin de indeling van dat product onder post 8544 70 00 niet ter discussie is gesteld en er ook gunstige BTI-beschikkingen zijn afgegeven door andere douaneautoriteiten of zelfs rechterlijke instanties van andere lidstaten van de Europese Unie met betrekking tot een dergelijke tariefindeling?

____________

1 Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB 1987, L 256, blz. 1).

1 Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (herschikking) (PB 2013, L 269, blz. 1).