Language of document :

Beroep ingesteld op 30 mei 2011 - T&L Sugars en Sidul Açúcares / Commissie

(Zaak T-279/11)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: T&L Sugars Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) en Sidul Açúcares, Unipessoal Lda (Santa Iria de Azóia, Portugal) (vertegenwoordigers: D. Waelbroeck, lawyer, en D. Slater, Solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het onderhavige verzoek om nietigverklaring krachtens artikel 263, lid 4, VWEU en/of de exceptie van onwettigheid krachtens artikel 277 VWEU tegen verordeningen nrs. 222/2011, 293/2011, 302/2011 en 393/2011 ontvankelijk en gegrond verklaren;

verordening nr. 222/2011 tot vaststelling van buitengewone maatregelen inzake het tegen verlaagde overschotheffing op de markt van de Unie brengen van buiten het quotum geproduceerde suiker en isoglucose in het verkoopseizoen 2010/2011 nietig verklaren;

verordening nr. 293/2011 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt, tot afwijzing van verdere aanvragen en tot sluiting van de periode voor de indiening van aanvragen voor beschikbare hoeveelheden buiten het quotum geproduceerde suiker die tegen verlaagde overschotheffing op de markt van de Unie moeten worden verkocht nietig verklaren;

verordening nr. 302/2011 tot opening, voor het verkoopseizoen 2010/2011, van een buitengewoon tariefcontingent voor de invoer van bepaalde hoeveelheden suiker nietig verklaren;

verordening nr. 393/2011 houdende vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt voor de afgifte van invoercertificaten die in de periode van 1 tot en met 7 april 2011 zijn aangevraagd voor suikerproducten in het kader van bepaalde tariefcontingenten en houdende schorsing van de indiening van de certificaataanvragen nietig verklaren;

subsidiair, de exceptie van onwettigheid tegen de artikelen 186, sub a, en 187 van verordening nr. 1234/2007 ontvankelijk en gegrond verklaren en die bepalingen onwettig verklaren, alsmede de bestreden verordeningen die rechtstreeks of indirect hun grondslag in die bepalingen vinden, nietig verklaren;

de EU, vertegenwoordigd door de Commissie, veroordelen alle schade te vergoeden die verzoeksters ten gevolge van de schending door de Commissie van de op haar rustende wettelijke verplichtingen hebben geleden en het bedrag van die vergoeding voor de door verzoeksters geleden schade in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 31 maart 2011 vast stellen op 35 485 746 EUR bovenop alle aanhoudende verliezen die verzoeksters na dat tijdstip hebben geleden of op enig ander bedrag dat overeenstemt met de door verzoeksters geleden of nog te lijden schade die hierna in de loop van deze procedure door hen zal worden bewezen, met name teneinde rekening te houden met toekomstige schade;

de betaling van rente over het verschuldigde bedrag gelasten ter hoogte van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde voet voor de voornaamste herfinancieringstransacties, vermeerderd met twee procentpunten, of een andere gepaste, door het Gerecht vast te stellen rentevoet, zulks vanaf de datum van het arrest van het Gerecht tot de daadwerkelijke betaling;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters vijf middelen aan.

Eerste middel: schending van verordening nr. 1234/20071 en ontbreken van een passende rechtsgrondslag. In strijd met verordening nr. 1234/2007, verhoogt de bestreden verordening nr. 222/2011 effectief de aan nationale producenten toegekende productiequota. Volgens verzoeksters is de Commissie daartoe niet bevoegd en werd haar uitdrukkelijk opdracht gegeven de productiequota te verlagen. Om toch tot een gelijkwaardig resultaat te komen en niettegenstaande de wettelijke verplichting van de Commissie om de overschotheffing op een ontmoedigend peil vast te stellen, stelt verordening nr. 222/2011 de overschotheffing voor buiten het quotum geproduceerde suiker nochtans vast op 0 EUR. Bovendien schenden zowel verordening nr. 222/2011 als verordening nr. 302/2011, in een poging tot herstel van marktverstoringen veroorzaakt door een invoertekort, de krachtens verordening nr. 1234/2007 rechtmatig aan invoermaatregelen en voltijdraffinaderijen verleende voorrang.

Tweede middel: schending van het verbod van discriminatie. Verzoeksters voeren aan dat, ondanks het feit dat biet- en rietsuiker chemisch identiek zijn, de bestreden verordeningen nationale producenten begunstigen ten nadele van raffinaderijen die invoeren.

Derde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel. De bestreden verordeningen beogen het door een tekort aan ingevoerde ruwe rietsuiker veroorzaakte tekort op de EU suikermarkt aan te pakken. In plaats van het probleem evenwel op te lossen door de noodzakelijke invoer van ruwe rietsuiker toe te laten, verhoogden zij echter de mogelijkheden voor nationale suikerproductie. De verordeningen zijn bijgevolg kennelijk ongeschikt en onevenredig.

Vierde middel: schending van het beginsel van gewettigd vertrouwen. Volgens verzoeksters heeft de Commissie herhaaldelijk garanties gegeven dat zij de productiequota niet zou verhogen en het evenwicht tussen de belanghebbenden zou handhaven. De bestreden verordeningen strekten er echter duidelijk toe nationale productie te begunstigen ten nadele van invoerende raffinaderijen.

Vijfde middel: schending van de beginselen van zorgvuldigheid en behoorlijk bestuur. Verzoeksters voeren aan dat de Commissie om te beginnen volledig heeft verzuimd te handelen, ondanks herhaalde waarschuwingen voor marktverstoringen, vervolgens kennelijk ongeschikte maatregelen heeft vastgesteld om die verstoringen ongedaan te maken en op die manier het door de Raad vastgelegde evenwicht tussen de verschillende marktdeelnemers heeft verstoord.

Verzoeksters roepen de hierboven uiteengezette gronden tot nietigverklaring ook krachtens artikel 277 VWEU als een exceptie van onwettigheid in tegen verordening nr. 222/2011 en verordening nr. 302/2011. Subsidiair werpen verzoeksters krachtens artikel 277 VWEU tevens een exceptie van onwettigheid op tegen de artikelen 186, sub a, en 187 van verordening nr. 1234/2007, die de grondslag voor de bestreden verordeningen vormen.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299, blz. 1).