Beschikking van de president van het Gerecht van 17 september 2008 – Melli Bank / Raad
(Zaak T‑332/08 R)
„Kort geding – Verordening (EG) nr. 423/2007 – Beperkende maatregelen ten aanzien van Islamitische Republiek Iran – Besluit van Raad – Maatregel tot bevriezing van tegoeden en economische middelen – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Geen spoedeisendheid – Geen ernstige en onherstelbare schade”
Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade (Art. 225, lid 1, EG, 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 12‑19)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van punt 4 van lijst B van de bijlage bij besluit 2008/475/EG van de Raad van 23 juni 2008 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 163, blz. 29), voor zover Melli Bank plc is opgenomen op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen worden bevroren |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |