Beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 21 oktober 2013 –
Lyder Enterprises/CPVO – Liner Plants (1993) (SOUTHERN SPLENDOUR)
(Zaak T‑367/11)
„Kwekersrecht – Aanvraag voor communautair kwekersrecht voor ras SOUTHERN SPLENDOUR – Bezwaren – Afwijzing van aanvraag door kamer van beroep van het CPVO – Bevoegdheid van het CPVO – Bewijsvoering – Beroep deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk rechtens ongegrond”
1. Gerechtelijke procedure – Beslissing bij met redenen omklede beschikking – Mogelijkheid om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 111) (cf. punten 16, 17)
2. Gerechtelijke procedure – Besluit of verordening waarbij in de loop van geding bestreden handeling wordt vervangen – Nieuw gegeven – Verruiming van aanvankelijke conclusies en middelen (cf. punten 20, 21)
3. Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen – Middelen rechtens niet uiteengezet in verzoekschrift – Algemene verwijzing naar bijlagen – Niet‑ontvankelijkheid (Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punt 22)
4. Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Onbevoegdheid van instelling die bestreden handeling heeft vastgesteld – Ambtshalve onderzoek door rechter (Art. 263 VWEU) (cf. punt 28)
5. Landbouw – Eenvormige wettelijke regelingen – Kwekersrecht – Verlening of weigering van bescherming – Beroepsprocedure – Bevoegdheid van het Communautair Bureau voor plantenrassen en zijn kamers van beroep – Omvang – Bepaling van statuut van aanvrager van communautair kwekersrecht – Daaronder begrepen – Toezicht door het Gerecht van beoordeling van bewijsstukken door het Bureau (Verordening nr. 2100/94 van de Raad, art. 11, 50, 53, 54 en 76) (cf. punten 36‑38)
6. Landbouw – Eenvormige wettelijke regelingen – Kwekersrecht – Verlening of weigering van bescherming – Beroepsprocedure – Bewijskracht van bewijsstukken – Beoordelingscriteria (Verordening nr. 2100/94 van de Raad, art. 78, lid 1, sub g) (cf. punt 49)
7. Landbouw – Eenvormige wettelijke regelingen – Kwekersrecht – Beslissingen van het Communautair Bureau voor plantenrassen en zijn kamers van beroep – Rechterlijke toetsing – Omvang – Vernietiging of herziening op gronden waarvan pas na uitspraak van beslissing is gebleken – Daarvan uitgesloten – Wijziging van voorwerp van geding zoals dat voor het Bureau of zijn kamers van beroep is gebracht – Ontoelaatbaarheid (Verordening nr. 2100/94 van de Raad, art. 73) (cf. punten 58‑60)
Voorwerp
| Beroep tegen de beslissing van de kamer van beroep van het CPVO van 4 mei 2011 (zaak A 7/2010) inzake een aanvraag voor een communautair kwekersrecht voor het ras SOUTHERN SPLENDOUR |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Lyder Enterprises Ltd wordt verwezen in de kosten. |