Arrest van het Gerecht (Kamer voor hogere voorzieningen) van 19 juli 2018 –
HG/Commissie
(Zaak T‑693/16 P)
„Hogere voorziening – Openbare dienst – Ambtenaren – Tewerkstelling in een derde land – Door de administratie ter beschikking gestelde woning – Tuchtmaatregel – Verwerping van het beroep in eerste aanleg – Samenstelling van de rechtsprekende formatie die het arrest in eerste aanleg heeft gewezen – Procedure voor de benoeming van een rechter in het Gerecht voor ambtenarenzaken – Gerecht bij wet ingesteld – Beginsel van de bij wet aangewezen rechter”
Recht van de Europese Unie – Beginselen – Grondrechten – Eerbiediging verzekerd door de Unierechter – Beginsel van de bij wet aangewezen rechter – Onregelmatigheid in de procedure voor de benoeming van een rechter in het Gerecht voor ambtenarenzaken – Schending van dit beginsel
(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47, tweede alinea)
(zie punten 39, 41, 43‑46)
Voorwerp
| Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 19 juli 2016, HG/Commissie (F‑149/15, EU:F:2016:155), en strekkende tot vernietiging van dat arrest |
Dictum
1) | | Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 19 juli 2016, HG/Commissie (F‑149/15), wordt vernietigd. |
2) | | De zaak wordt verwezen naar een andere kamer van het Gerecht dan die welke uitspraak heeft gedaan op deze hogere voorziening. |
3) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |
2) | | De zaak wordt verwezen naar een andere kamer van het Gerecht dan die welke uitspraak heeft gedaan op deze hogere voorziening. |
3) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |
3) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |