Beroep ingesteld op 2 april 2024 – Özkan Demir Çelik Sanayi/Commissie
(Zaak T-175/24)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Özkan Demir Çelik Sanayi AŞ (Izmir, Turkije) (vertegenwoordigers: J. Cornelis en M. Van Luchene, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
Verzoekster verzoekt het Gerecht:
uitvoeringsverordening (EU) nr. 2024/209 van de Commissie van 10 januari 2024 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op de invoer van platbulbstaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Türkiye (C/2024/13) nietig te verklaren; en
de Europese Commissie te verwijzen in de kosten van verzoekster.
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan.
Eerste middel: schending van artikel 2, lid 10, aanhef en onder j), en artikel 2, lid 11, van verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad1 („basisverordening”) en een kennelijke beoordelingsfout door voor de correctie van de valutaomrekening de datum van de bestelling in plaats van de factuurdatum als verkoopdatum te gebruiken.
Tweede middel: kennelijke beoordelingsfout door te weigeren een driemaandelijkse berekening van de dumpingmarge uit te voeren en daaruitvolgende schending van artikel 2, lid 4, en artikel 2, lid 10, aanhef, van de basisverordening.
____________
1 Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB 2016, L 176, blz. 21).