Language of document :

Beroep ingesteld op 4 oktober 2007 - FIFA / Commissie

(Zaak T-385/07)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Fédération Internationale de Football Association (FIFA) (vertegenwoordigers: R. Denton, E. Batchelor en F. Young, Solicitors)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

Nietigverklaring van het besluit, in het bijzonder de artikelen 1 en 2 ervan; en

verwijzing van de Commissie in haar eigen kosten en in de kosten van FIFA voor deze procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Krachtens artikel 3 bis van richtlijn 89/552/EEG van de Raad1 kan een lidstaat een lijst opstellen van sport- en andere evenementen die hij van "aanzienlijk belang voor de samenleving" acht. De evenementen op de lijst mogen niet op exclusieve basis zodanig worden uitgezonden, dat een belangrijk deel van het publiek in die lidstaat dergelijke evenementen niet via rechtstreekse of uitgestelde verslaggeving op de kosteloze televisie kan volgen.

Verzoekster verzoekt om nietigverklaring van besluit 2007/479/EG van de Commissie van 25 juni 20072 waarbij de Commissie de door België krachtens artikel 3 bis, lid 1, van richtlijn 89/552/EEG van de Raad opgestelde lijst verenigbaar met het gemeenschapsrecht verklaarde.

Ter ondersteuning van haar verzoek stelt verzoekster dat de Belgische lijst de vrijheid van dienstverrichting beperkt doordat zij haar belet om buitenlandse omroepen exclusieve uitzendrechten op de FIFA-wereldbeker voor de Belgische markt te verlenen, en dat het opnemen van alle FIFA-wereldbekerwedstrijden op de lijst, ongeacht populariteit, niet gerechtvaardigd, evenredig of noodzakelijk is.

Voorts stelt verzoekster dat de Belgische lijst de vrijheid van vestiging beperkt doordat zij haar belet uitzendrechten te verlenen aan nieuwkomers die gebruik willen maken van "Premium Sports"-uitzendingen om zich op de Belgische markt te vestigen.

Bovendien stelt verzoekster dat de Belgische lijst verzoeksters eigendomsrechten schendt door haar de exclusiviteit van haar uitzendrechten te ontnemen, die het gemeenschapsrecht volgens verzoekster als het wezen van de intellectuele eigendomsrechten erkent.

Ten slotte stelt verzoekster dat de Belgische lijst in strijd met artikel 3 bis, lid 1, van richtlijn 89/552/EEG van de Raad niet op duidelijke en transparante wijze werd opgesteld.

____________

1 - Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (PB L 298, blz. 23).

2 - Besluit 2007/479/EG van de Commissie van 25 juni 2007 inzake de verenigbaarheid met de gemeenschapswetgeving van maatregelen die door België zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (PB L 180, blz. 24).