Language of document : ECLI:EU:T:2013:371

Zaak T‑358/08

(gedeeltelijke publicatie)

Koninkrijk Spanje

tegen

Europese Commissie

„Cohesiefonds – Verordening (EG) nr. 1164/94 – Rioleringsproject Zaragoza – Gedeeltelijke intrekking van financiële bijstand – Overheidsopdrachten – Begrip werk – Artikel 14, leden 10 en 13, van richtlijn 93/38/EEG – Splitsing van opdrachten – Gewettigd vertrouwen – Motiveringsplicht – Termijn voor vaststelling van beschikking – Vaststelling van financiële correcties – Artikel H, lid 2, van bijlage II bij verordening nr. 1164/94 – Evenredigheid – Verjaring”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 11 juli 2013

1.      Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten in sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie – Richtlijn 93/38 – Werk – Begrip – Criteria – Economische en technische functie van resultaat van werkzaamheden – Kunstmatige splitsing van één enkel werk – Werkzaamheden op gebied van zuivering van afvalwater – Beoordeling – Kwalificatie als één enkel werk

(Richtlijn 93/38 van de Raad, art. 14, leden 10, eerste alinea, tweede volzin, en 13)

2.      Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten in sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie – Richtlijn 93/38 – Werk – Begrip – Geografische en temporele factor – Eén enkele aanbestedende dienst en mogelijkheid dat alle werkzaamheden door één enkele onderneming worden uitgevoerd – Criteria die niet doorslaggevend zijn

(Richtlijn 93/38 van de Raad, art. 14, lid 10, eerste alinea, tweede volzin)

3.      Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten in sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie – Richtlijn 93/38 – Beginsel van non-discriminatie tussen inschrijvers – Draagwijdte

(Richtlijn 93/38 van de Raad, art. 4, lid 2)

4.      Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten in sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie – Richtlijn 93/38 – Werk – Begrip – Criterium – Economische en technische functie van resultaat van werkzaamheden – Kunstmatige splitsing van één enkel werk – Ontoelaatbaarheid – Vereiste van opzettelijk gedrag van aanbestedende diensten – Geen

(Richtlijn 93/38 van de Raad, art. 14, lid 13)

1.      De Commissie maakt geen vergissing wanneer zij zich op het standpunt stelt dat werkzaamheden waarop overheidsopdrachten in de sector watervoorziening betrekking hebben, één en dezelfde technische functie vervullen in de zin van artikel 14, lid 10, eerste alinea, van richtlijn 93/38 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie, voor zover zij de verschillende met overheidsopdrachten in de sector watervoorziening gemoeide werkzaamheden niet afzonderlijk onderzoekt en de eigen technische functie ervan niet beoordeelt, maar nagaat of het resultaat van de werkzaamheden één en dezelfde technische functie vervult. Dat is het geval bij projecten die enerzijds de aanleg beogen van een rioolstelsel via hetwelk het afvalwater naar de hoofdriolen kan worden afgevoerd, zodat overstromingen, lekkage naar het grondwater en ongecontroleerde lozing van afvalwater worden voorkomen, en anderzijds de aanleg van hoofdriolen voor gebieden die hun afvalwater nog altijd rechtstreeks in de rivieren loosden alsook de herstelling van de twee zuiveringsinstallaties waarnaar het afvalwater wordt afgevoerd, op basis waarvan de Commissie concludeert dat het gaat om werkzaamheden waarvan het resultaat de algemene verbetering van het rioolstelsel is, een resultaat dat tot doel heeft een zelfstandige technische functie te vervullen, namelijk de zuivering van afvalwater.

(cf. punten 45‑48, 50, 64, 65, 69, 82, 83, 87, 89, 90, 118)

2.      De geografische factor en de temporele factor zijn geen criteria voor de omschrijving van een werk in de zin van artikel 14, lid 10, eerste alinea, van richtlijn 93/38 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie, volgens welke bepaling onder een werk het resultaat moet worden verstaan van een geheel van werkzaamheden van de bouwnijverheid of de water- en wegenbouw dat een zelfstandige economische functie zal moeten vervullen. Het zijn integendeel noodzakelijke factoren die moeten bevestigen dat het inderdaad om een dergelijk werk gaat, aangezien alleen werkzaamheden die plaatsvinden in een bepaald geografisch en temporeel kader als één en hetzelfde werk kunnen worden beschouwd.

Voorts is volgens de in die bepaling gegeven definitie van het begrip werk niet slechts sprake van een werk indien verschillende factoren, zoals het aantal aanbestedende diensten of de mogelijkheid dat de werkzaamheden in hun geheel door een enkele onderneming kunnen worden uitgevoerd, verenigd zijn. Wanneer de aanbestedende dienst één en dezelfde is en een onderneming in de Unie de met de betrokken opdrachten gemoeide werkzaamheden in hun geheel kan uitvoeren, zijn dat onder omstandigheden weliswaar aanwijzingen die bevestigen dat het om een werk in de zin van de richtlijn gaat, maar dit kunnen geen doorslaggevende criteria zijn.

(cf. punten 50‑53, 57, 58, 95, 102)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 112)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 118)