Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 16 oktober 2002 ingesteld door Fédération des Industries Condimentaires de France e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-317/02)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 16 oktober 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Fédération des Industries Condimentaires de France, gevestigd te Parijs, de Confédération Générale des Producteurs de lait de brébis et des Industriels du Roquefort, gevestigd te Millau (Frankrijk), het Comité Economique Agricole Régional fruits et légumes de Bretagne, gevestigd te Morlaix (Frankrijk), en het Comité Interprofessionnel des Palmipèdes à foie gras, gevestigd te Parijs, vertegenwoordigd door M. Jacquot en O. Prost, advocaten.

Verzoekers concluderen dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren het besluit van 9 juli 2002 tot beëindiging van de onderzoeksprocedure in verband met een handelsbelemmering in de zin van verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad bestaande uit handelspraktijken van de Verenigde Staten bij de invoer van bereide mosterd;

(de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Op verzoekers wordt sinds 1999 en blijft nog steeds door de Verenigde Staten een verhoging van de douanerechten met 100 % toegepast naar aanleiding van de "hormonenrundvlees"-zaak voor de Wereldhandelsorganisatie.

Een van verzoekers heeft een klacht ingediend op basis van verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad1 van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld. De andere verzoekers hebben zich bij deze klacht aangesloten.

Na deze klacht heeft de Commissie besloten een onderzoeksprocedure in te leiden. Bij het betwiste besluit heeft de Commissie deze procedure beëindigd.

Tot staving van hun vordering voeren verzoekers artikel 2, lid 1, van verordening (EG) nr. 3286/94 aan. Volgens verzoekers heeft de Commissie de definitie van belemmeringen voor het handelsverkeer verkeerd opgevat.

Volgens verzoekers leidt deze onjuiste opvatting noodzakelijkerwijs tot schending van artikel 2, lid 4, van verordening (EG) nr. 3294/94 wat de beoordeling betreft van de nadelige gevolgen voor het handelsverkeer van de maatregelen van de Verenigde Staten.

Verzoekers zijn bovendien van mening dat de Commissie in haar onderzoek van de nadelige gevolgen voor het handelsverkeer de verplichting van artikel 10, lid 5, van verordening (EG) nr. 3286/94 om rekening te houden met de bepalingen, beginselen of handelwijzen in verband met de uitoefening van het recht tot het nemen van maatregelen uit hoofde van de internationale handelsregelingen, heeft geschonden.

Verzoekers betogen voorts dat de Commissie bij haar beslissing om de procedure te beëindigen het begrip gemeenschapsbelang in strijd met artikel 11 van verordening (EG) nr. 3286/94 heeft beperkt tot de belangen van de klager.

Verzoekers stellen verder schending van de motiveringsplicht, zowel wat het onderzoek van de belemmeringen van het handelsverkeer betreft, als wat het belang van de Gemeenschap betreft, en van de artikelen 2, lid 4, en 11, lid 1, van verordening (EG) nr. 3286, alsook kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten. Ten slotte betogen verzoekers dat de Commissie de rechten van de verdediging heeft geschonden en haar zorgplicht niet is nagekomen.

____________

1 - (Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (PB L 349, blz. 71).