Language of document :

Arrest van het Gerecht van 29 september 2021 – Front Polisario/Raad

(Gevoegde zaken T-344/19 en T-356/19)1

(„Externe betrekkingen – Internationale overeenkomsten – Euro-mediterrane overeenkomst EG-Marokko – Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Unie en Marokko – Uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst – Briefwisseling bij de partnerschapsovereenkomst – Besluit betreffende sluiting – Verordening betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden tussen de lidstaten – Beroep tot nietigverklaring – Ontvankelijkheid – Bekwaamheid om in rechte op te treden – Rechtstreekse geraaktheid – Individuele geraaktheid – Territoriaal toepassingsgebied – Bevoegdheid – Uitlegging van het internationaal recht door het Hof – Beginsel van zelfbeschikking – Beginsel van de relatieve werking van verdragen – Inroepbaarheid – Begrip ,toestemming’ – Toepassing – Beoordelingsbevoegdheid – Grenzen – Handhaving van de gevolgen van het bestreden besluit”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Front populaire pour la libération de la Saguia el-Hamra et du Rio de oro (Front Polisario) (vertegenwoordiger: G. Devers, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: F. Naert, P. Plaza García et V. Piessevaux, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van verwerende partij in de zaken T-344/19 en T-356/19: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: S. Centeno Huerta, gemachtigde)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij in de zaken T-344/19 en T-356/19: Franse Republiek (vertegenwoordigers: A.-L. Desjonquères, C. Mosser, J.-L. Carré en T. Stéhelin, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij in de zaken T-344/19 en T-356/19: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Castillo de la Torre, A. Bouquet en A. Stobiecka-Kuik, gemachtigden)

Interveniëntes aan de zijde van verwerende partij in zaak T-344/19: Chambre des pêches maritimes de la Méditerranée (Tanger, Marokko), Chambre des pêches maritimes de l’Atlantique Nord (Casablanca, Marokko), Chambre des pêches maritimes de l’Atlantique Centre (Agadir, Marokko) en Chambre des pêches maritimes de l’Atlantique Sud (Dakhla, Westelijke Sahara) (vertegenwoordigers: G. Forwood, N. Colin et A. Hublet, advocaten)

Voorwerp

In zaak T-344/19 verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit (EU) 2019/441 van de Raad van 4 maart 2019 betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de overeenkomst (PB 2019, L 77, blz. 4), en in zaak T-356/19 verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van verordening (EU) 2019/440 van 29 november 2018 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko en het bijbehorende uitvoeringsprotocol (PB 2019, L 77, blz. 1)

Dictum

Besluit (EU) 2019/441 van de Raad van 4 maart 2019 betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de overeenkomst wordt nietig verklaard.

De gevolgen van besluit 2019/441 worden gehandhaafd gedurende een periode die niet langer mag zijn dan de termijn als bedoeld in artikel 56, eerste alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie of, indien binnen deze termijn een hogere voorziening wordt ingesteld, totdat het Hof uitspraak heeft gedaan op de hogere voorziening.

Het beroep in zaak T-356/19 wordt verworpen.

In zaak T-344/19 wordt de Raad van de Europese Unie verwezen in zijn eigen kosten en in de kosten van het Front populaire pour la libération de la Saguia el-Hamra en Rio de oro (Front Polisario).

In zaak T-356/19 wordt het Front Polisario verwezen in zijn eigen kosten en in de kosten van de Raad.

Het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek en de Europese Commissie dragen hun eigen kosten.

De Chambre des pêches maritimes de la Méditerranée, de Chambre des pêches maritimes de l’Atlantique Nord, de Chambre des pêches maritimes de l’Atlantique Centre en de Chambre des pêches maritimes de l’Atlantique Sud dragen hun eigen kosten in zaak T-344/19.

____________

1     PB C 270 van 12.8.2019.