Language of document : ECLI:EU:T:2015:476

Zaak T‑536/11

(gedeeltelijke publicatie)

European Dynamics Luxembourg SA e.a.

tegen

Europese Commissie

„Overheidsopdrachten voor diensten – Aanbestedingsprocedure – Verrichten van computerdiensten betreffende ontwikkeling en onderhoud van software, consultancy en bijstand voor verschillende soorten IT-applicaties – Rangschikking van de offerte van een inschrijver in de cascade voor verschillende percelen en rangschikking van de offertes van andere inschrijvers – Motiveringsplicht – Gunningscriterium – Kennelijk onjuiste beoordeling – Niet-contractuele aansprakelijkheid”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 8 juli 2015

1.      Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Gunning van een opdracht na een aanvraag van aanbiedingen – Beoordelingsvrijheid van de instellingen – Rechterlijke toetsing – Grenzen

2.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot afwijzing van een offerte in het kader van een procedure van plaatsing van een overheidsopdracht voor dienstverlening – Verplichting om, op een schriftelijk verzoek, de kenmerken en de relatieve voordelen van de gekozen offerte en de naam van de inschrijver aan wie de opdracht is gegund, mee te delen – Beoordeling op basis van de informatie waarover de verzoekende partij ten tijde van instelling van beroep beschikte

(Art. 296, tweede alinea, VWEU; verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 100, lid 2; verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, art. 149, lid 2)

3.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot afwijzing van een offerte in het kader van een procedure van plaatsing van een overheidsopdracht voor dienstverlening – Verplichting, voor de aanbestedende dienst, om het rapport van het evaluatiecomité en de uitgekozen offertes mee te delen aan een inschrijver wiens offerte in een lagere rang in de cascade is geplaatst dan die waarin de andere uitgekozen offertes zijn geplaatst – Geen – Verplichting, voor de aanbestedende dienst, om een haarfijne vergelijkende analyse van de uitgekozen offerte en van de offerte van de inschrijver wiens offerte in een lagere rang in de cascade is geplaatst dan die waarin de andere uitgekozen offertes zijn geplaatst, te verstrekken – Geen

(Art. 296, tweede alinea, VWEU; verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 100, lid 2; verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, art. 149, lid 3)

4.      Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Aanbestedingsprocedure – Verplichting om het transparantiebeginsel te eerbiedigen – Omvang

(Verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 100, lid 2)

5.      Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Aanbestedingsprocedure – Procedure van beroep tegen besluiten van de aanbestedende dienst waarbij overheidsopdrachten worden geplaatst – Beginsel van hoor en wederhoor – Verzoening met de bescherming van de zakengeheimen – Verplichting om de vertrouwelijkheid en het recht op eerbiediging van de zakengeheimen te garanderen met betrekking tot de gegevens in de door de partijen meegedeelde dossiers – Voorwaarden – Verzoening van die verplichting met de eisen van effectieve rechtsbescherming en met de eerbiediging van de rechten van verdediging van de procespartijen om het recht op een eerlijk proces te garanderen

(Verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 100, lid 2)

6.      Beroep tot nietigverklaring – Voorwerp – Vordering tot nietigverklaring van een besluit dat nauw samenhangt met een eerder besluit – Afwijzing van de vordering tot nietigverklaring van het eerdere besluit die de afwijzing van de vordering tot nietigverklaring van het latere besluit meebrengt

(Art. 263 VWEU)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 33)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 36‑39, 41)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 40, 53, 56, 57)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 49 )

5.      In het kader van een beroep tegen een besluit van een aanbestedende dienst inzake een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht impliceert het beginsel van hoor en wederhoor voor partijen niet het recht op onvoorwaardelijke en onbeperkte toegang tot alle gegevens betreffende deze aanbestedingsprocedure. Dit recht op toegang moet namelijk worden afgewogen tegen het recht van andere marktdeelnemers op bescherming van hun vertrouwelijke gegevens en hun zakengeheimen. Het beginsel van bescherming van vertrouwelijke gegevens en van zakengeheimen moet aldus worden toegepast dat het zich verdraagt met de vereisten van een effectieve rechtsbescherming en met de eerbiediging van de rechten van verdediging van de procespartijen en, in het geval van een beroep in rechte, dat de procedure op alle onderdelen het recht op een eerlijk proces eerbiedigt.

(cf. punt 50)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 378)