Language of document : ECLI:EU:T:2016:388

ARREST VAN HET GERECHT (Kamer voor hogere voorzieningen)

5 juli 2016

Zaak T‑27/15 P

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

tegen

Emil Hristov

en

Europese Commissie

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Benoeming – Procedure voor de selectie en de benoeming van de uitvoerend directeur van een regelgevend agentschap – EMA – Preselectie door een preselectiecomité – Benoeming door de raad van bestuur van EMA – Samenstelling van het preselectiecomité – Cumulatie van de functie van lid van het preselectiecomité en die van lid van de raad van bestuur van EMA – Onpartijdigheid”

Betreft:      Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 13 november 2014, Hristov/Commissie en EMA (F‑2/12, EU:F:2014:245), en strekkende tot gedeeltelijke vernietiging van dat arrest.

Beslissing:      Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 13 november 2014, Hristov/Commissie en EMA (F‑2/12), wordt gedeeltelijk vernietigd, voor zover daarbij nietig is verklaard het besluit van de raad van bestuur van EMA van 6 oktober 2011 tot benoeming van de uitvoerend directeur van EMA. Er behoeft geen uitspraak meer te worden gedaan over het verzoek om vernietiging van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 13 november 2014, Hristov/Commissie en EMA (F‑2/12), voor zover daarbij nietig is verklaard het besluit van de Europese Commissie van 20 april 2011, waarbij zij de raad van bestuur van EMA een lijst voorstelde van vier door het preselectiecomité aanbevolen en door het Raadgevend Comité benoemingen bevestigde kandidaten. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken voor een uitspraak over de vordering tot nietigverklaring van het besluit van de raad van bestuur van EMA van 6 oktober 2011 tot benoeming van de uitvoerend directeur van EMA voor wat betreft de door Emil Hristov aangevoerde grieven en middelen waarover het Gerecht voor ambtenarenzaken zich nog niet heeft uitgesproken. De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

Samenvatting

Hogere voorziening – Hogere voorziening gegrond verklaard – Afdoening van het geding ten gronde door de rechterlijke instantie in hogere voorziening – Voorwaarde – Zaak die in staat van wijzen is – Geen zaak die in staat van wijzen is – Terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht voor ambtenarenzaken

(Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 13, lid 1)

In het kader van een hogere voorziening tegen een arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken verwijst het Gerecht de zaak, overeenkomstig artikel 13, lid 1, van bijlage I bij het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie, na de vernietiging van het bestreden arrest voor zover daarbij een besluit van een instelling nietig wordt verklaard, terug naar het Gerecht voor ambtenarenzaken opdat het uitspraak doet over de in eerste aanleg aangevoerde grieven en middelen waarover het Gerecht voor ambtenarenzaken geen uitspraak heeft gedaan.

(cf. punten 29 en 30)

Referentie:

Gerecht: arrest van 5 juli 2016, Commissie/Hristov, T‑26/15 P, EU:T:2016:390, punten 62‑64