Language of document :

Arrest van het Gerecht van 15 september 2016 – PT Ciliandra Perkasa/Raad

(Zaak T-120/14)1

[„Dumping – Invoer van biodiesel uit Indonesië – Definitief antidumpingrecht – Artikel 2, lid 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 – Normale waarde – Productiekosten”]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: PT Ciliandra Perkasa (Jakarta, Indonesië) (vertegenwoordigers: F. Graafsma en J. Cornelis, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Boelaert, vervolgens H. Marcos Fraile, gemachtigden, bijgestaan door R. Bierwagen en C. Hipp, advocaten)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-F. Brakeland, M. França en A. Stobiecka-Kuik, gemachtigden) en European Biodiesel Board (EBB) (Brussel, België) (vertegenwoordigers: O. Prost en M.-S. Dibling, advocaten)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU, strekkende tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië (PB 2013, L 315, blz. 2), voor zover daarin een antidumpingrecht wordt opgelegd aan verzoekster

Dictum

Artikel 1 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië, wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op PT Ciliandra Perkasa.

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten en de kosten van PT Ciliandra Perkasa.

De Europese Commissie en de European Biodiesel Board (EBB) dragen hun eigen kosten.

____________

1     PB C 112 van 14.4.2014.