Arrest van het Gerecht van 17 mei 2013 - MRI/Commissie
(Zaak T-154/09)
("Mededinging - Mededingingsregelingen - Europese markt voor slangen voor maritieme toepassingen - Beschikking tot vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG en artikel 53 EER-Overeenkomst - Vaststelling van prijzen, verdeling van markt en uitwisseling van commercieel gevoelige informatie - Begrip voortdurende of voortgezette inbreuk - Verjaring - Motiveringsplicht - Gelijke behandeling - Gewettigd vertrouwen - Geldboeten - Zwaarte en duur van inbreuk - Verzachtende omstandigheden - Medewerking")
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Manuli Rubber Industries SpA (MRI) (Milaan, Italië) (vertegenwoordigers: L. Radicati di Brozolo, M. Pappalardo en E. Marasà, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Di Bucci, S. Noë en L. Prete, gemachtigden)
Voorwerp
Primair, een verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2009) 428 definitief van de Commissie van 28 januari 2009 in een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/39.406 - Olieslangen voor maritieme toepassingen), voor zover deze beschikking betrekking heeft op verzoekster, en, subsidiair, een verzoek tot intrekking of aanzienlijke verlaging van de geldboete die haar bij deze beschikking is opgelegd
Dictum
Artikel 2, sub f, van beschikking C(2009) 428 definitief van de Commissie van 28 januari 2009 in een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/39.406 - Olieslangen voor maritieme toepassingen) wordt nietig verklaard.
Het bedrag van de aan MRI opgelegde geldboete wordt vastgesteld op 4 900 000 EUR.
Het beroep wordt verworpen voor het overige.
Elke partij zal haar eigen kosten dragen.
____________1 - PB C 141 van 20.6.2009.