Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 8 november 2013 –
Kessel/BHIM – Janssen-Cilag (Premeno)
(Zaak T‑536/10)
„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk Premeno – Ouder nationaal woordmerk Pramino – Bewijs van normaal gebruik van ouder merk – Artikel 42, leden 2 en 3, van verordening (EG) nr. 207/2009 – Beperking van in merkaanvraag opgegeven waren – Artikel 43, lid 1, van verordening nr. 207/2009”
1. Gemeenschapsmerk – Opmerkingen van derden en oppositie – Onderzoek van oppositie – Bewijs van gebruik van ouder merk – Gedeeltelijk gebruik – Invloed – Begrip „deel van de waren of diensten” opgegeven in inschrijving (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 42, leden 2 en 3) (cf. punten 21‑23)
2. Gemeenschapsmerk – Inschrijvingsprocedure – Intrekking, beperking en wijziging van merkaanvraag – Verzoek tot beperking van de lijst van waren of diensten – Modaliteiten – Verzoek dat uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk moet zijn (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 43; verordening nr. 2868/95 van de Commissie, art. 1, regel 13) (cf. punt 39)
Voorwerp
| Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 21 september 2010 (zaak R 708/2010‑4) inzake een oppositieprocedure tussen Janssen-Cilag GmbH en Kessel Marketing & Vertriebs GmbH |
Dictum
1) | | De beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 21 september 2010 (zaak R 708/2010‑4) wordt vernietigd. |
2) | | Het BHIM draagt zijn eigen kosten en die van Kessel Marketing & Vertriebs GmbH. |
3) | | Janssen‑Cilag GmbH draagt haar eigen kosten. |