Arrest van het Gerecht van 17 september 2019 – Ierland en Aughinish Alumina/Commissie
(Gevoegde zaken T-129/07 en T-130/07)1
(„Staatssteun – Richtlijn 2003/96/EG – Accijns op minerale oliën – Minerale oliën die als brandstof worden gebruikt bij de productie van aluminiumoxide – Accijnsvrijstelling – Selectiviteit van de maatregel –Communautaire kaderregeling van 2001 inzake staatssteun ten behoeve van het milieu”)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij in de zaak T-129/07: Ierland (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. O’Hagan en E. Alkin, vervolgens E Alkin, E. Creedon en A. Joyce, en tenslotte E. Alkin, A. Joyce, M. Browne en G. Hodge, gemachtigden, bijgestaan door P. McGarry, SC)
Verzoekende partij in de zaak T-130/07: Aughinish Alumina Ltd (Askeaton, Irland) (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. Handoll en C. Waterson, vervolgens C. Waterson en C. Little, solicitors)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk V. Di Bucci, N. Khan, G. Conte en K. Walkerová, vervolgens N. Khan en V. Bottka, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoeken krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking 2007/375/EG van de Commissie van 7 februari 2007 betreffende de door, onderscheidenlijk, Frankrijk, Ierland en Italië ten uitvoer gelegde accijnsvrijstelling voor bij de productie van aluminiumoxide in de Gardanne, in de regio-Shannon en op Sardinië als brandstof gebruikte minerale oliën [C 78/2001 (ex NN 22/01), C 79/2001 (ex NN 23/01), C 80/2001 (ex NN 26/01)] (PB 2007, L 147, blz. 29), voor zover daarin wordt vastgesteld dat Ierland vanaf 1 januari 2004 staatssteun heeft verleend op grond van de accijnsvrijstelling voor minerale oliën die als brandstof worden gebruikt bij de productie van aluminiumoxide in Shannon (Ierland), en Ierland daarbij wordt gelast die steun terug te vorderen of de uitkering ervan te annuleren of te schorsen
Dictum
De beroepen worden verworpen.
Ierland wordt verwezen in de kosten in zaak T-129/07.
Aughinish Alumina Ltd wordt verwezen in de kosten in zaak T-130/07.
____________
1 PB C 140 van 23.6.2007.