Language of document : ECLI:EU:T:2008:321

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Vierde kamer)

9 september 2008

Zaak T‑144/08

Luigi Marcuccio

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Sociale zekerheid – Afwijzing van verzoek om 100 % vergoeding van bepaalde ziektekosten van verzoeker”

Betreft: Beroep, strekkende tot, enerzijds, nietigverklaring van het besluit houdende afwijzing van verzoekers verzoek om 100 % vergoeding van bepaalde ziektekosten te krijgen en, anderzijds, veroordeling van de Commissie tot betaling aan verzoeker van een bedrag van 89,56 EUR ter aanvulling van de vergoeding van zijn ziektekosten of als schadevergoeding.

Beslissing: Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

Samenvatting

Ambtenaren – Sociale zekerheid – Ziekteverzekering – Ziektekosten – Ernstige ziekte – 100 % vergoeding – Voorwaarden

(Ambtenarenstatuut, art. 72, lid 1; regeling inzake ziektekostenverzekering, art. 11, lid 2, en bijlage I, punt IV)

De vergoeding van ziektekosten tegen 100 % krachtens artikel 72, lid 1, van het Statuut veronderstelt dat de betrokken ziekte wordt aangemerkt als een van de ziektes die in die bepaling uitdrukkelijk worden genoemd dan wel dat het tot aanstelling bevoegd gezag erkent dat die ziekte even ernstig is als de in die bepaling genoemde ziektes. Daartoe moet de betrokkene natuurlijk aangeven om welke ziekte het gaat en de bewijsstukken overleggen. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de regeling inzake ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen moeten verzoeken om vergoeding van kosten vergezeld gaan van de originele bewijsstukken en volgens punt IV van bijlage I bij die regeling moeten verzoeken om te erkennen dat een ziekte van vergelijkbare ernst is als die van de vier in artikel 72, lid 1, van het Statuut genoemde ziektes, vergezeld gaan van het rapport van de behandelend arts van de betrokkene.

Voor zover een verzoek geen enkel nieuw element bevat dat de vergoeding tegen 100 % van de ziektekosten van de betrokken ambtenaar kan rechtvaardigen, brengt het feit dat de administratie dat verzoek niet beantwoordt geen enkele wijziging in verzoekers rechtspositie zoals die volgt uit het stilzwijgend besluit tot afwijzing van een eerder verzoek waarbij hij die aanspraak reeds ter kennis van de administratie heeft gebracht, zodat het geen bezwarend besluit in de zin van de artikelen 90 en 91 van het Statuut vormt.

(cf. punten 30, 32 en 34)