Language of document : ECLI:EU:T:2012:610





Beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 20 november 2012 –
Shahid Beheshti University/Raad

(Zaak T‑120/12)

„Beroep tot nietigverklaring – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Beroepstermijn – Te laat ingesteld beroep – Niet-ontvankelijkheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Brief van instelling waarbij verzoeker op hoogte wordt gebracht van goedkeuring van bepaalde handelingen, alsmede van hun motivering, en hem kopie van deze handelingen wordt meegedeeld – Daarvan uitgesloten (Art. 263 VWEU) (cf. punten 22, 23)

2.                     Exceptie van onwettigheid – Incident – Beroep ten principale niet-ontvankelijk – Niet-ontvankelijkheid van exceptie (Art. 277 VWEU) (cf. punt 24)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Handeling met beperkende maatregelen ten aanzien van persoon of entiteit – Datum van mededeling van motivering van handeling (Art. 263, zesde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 102, leden 1 en 2) (cf. punten 26, 30, 34)

4.                     Gerechtelijke procedure – Beroepstermijnen – Verval van recht – Toeval of overmacht – Begrip (Statuut van het Hof van Justitie, art. 45, tweede alinea) (cf. punten 27, 43, 45, 48, 49)

5.                     Handelingen van de instellingen – Besluit – Betekening aan maatschappelijke zetel van adressaat – Regelmatigheid – Verplichting voor instelling om handeling te betekenen aan persoon of dienst die bevoegd is volgens interne werkingsregels van entiteit die adressaat ervan is – Geen (Art. 297 VWEU) (cf. punten 37, 38, 40, 47)

6.                     Gerechtelijke procedure – Beroepstermijnen – Termijn wegens afstand – Forfaitair karakter – Schending van gelijkheidsbeginsel ten aanzien van partijen die in van zetel van het Hof ver verwijderde derde landen zijn gevestigd – Geen (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 102, lid 2) (cf. punten 51‑53)

7.                     Handelingen van de instellingen – Algemene verplichting, adressaten te informeren over rechtsmiddelen en termijnen – Geen (cf. punt 55)

8.                     Gerechtelijke procedure – Ontvankelijkheid van beroepen – Beoordeling naar situatie op tijdstip waarop verzoekschrift is ingediend – Beschikking die in loop van geding in plaats komt van bestreden beschikking – Aanpassing van aanvankelijke conclusies en middelen – Mogelijkheid afhankelijk van ontvankelijkheid van oorspronkelijk verzoek (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2) (cf. punt 57)

Voorwerp

Vordering tot nietigverklaring van besluit 2011/299/GBVB van de Raad van 23 mei 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 136, blz. 65), van uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2011 van de Raad van 23 mei 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 136, blz. 26), van besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319, blz. 71) en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319, blz. 11), voor zover deze handelingen betrekking hebben op verzoekster alsook van het in de brief van de Raad aan verzoekster van 5 december 2011 vervatte besluit

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Shahid Beheshti University draagt haar eigen kosten dragen, en die van de Raad van de Europese Unie.