Language of document : ECLI:EU:T:2010:385

Zaak T‑452/04

Éditions Odile Jacob SAS

tegen

Europese Commissie

„Mededinging – Concentraties – Franstalige uitgeverij – Beschikking waarbij concentratie verenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard onder voorwaarde dat activa worden afgestoten – Beschikking houdende goedkeuring van overnemer van afgestoten activa – Beroep tot nietigverklaring van niet-geselecteerde kandidaat-overnemer – Onafhankelijkheid van trustee – Verordening (EEG) nr. 4064/89”

Samenvatting van het arrest

1.      Mededinging – Concentraties – Beschikking van Commissie waarbij concentratie verenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard op voorwaarde dat verbintenissen worden nagekomen – Verbintenis tot afstoting van activa onder leiding van onafhankelijke trustee – Beschikking houdende goedkeuring van overnemer van afgestoten activa – Geen onafhankelijkheid van trustee – Onrechtmatigheid van goedkeuringsbeschikking

(Verordening nr. 4064/89 van de Raad)

2.      Mededinging – Concentraties – Beschikking van Commissie waarbij concentratie verenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard op voorwaarde dat verbintenissen worden nagekomen – Verbintenis tot afstoting van activa onder leiding van onafhankelijke trustee – Geen onafhankelijkheid van trustee

(Verordening nr. 4064/89 van de Raad)

1.      Wanneer de Commissie een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt verklaard op voorwaarde dat verbintenissen worden nagekomen, waaronder de verplichting om activa af te stoten en een van partijen onafhankelijke trustee aan te stellen die op de nakoming van genoemde verbintenissen moet toezien, moet de beschikking waarbij de Commissie een overnemer van de afgestoten activa goedkeurt op basis van onder meer een rapport dat door een niet-onafhankelijke trustee is opgesteld, worden nietig verklaard.

(cf. punten 83, 108‑109, 118‑119)

2.      Wanneer de Commissie een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt verklaard op voorwaarde dat verbintenissen worden nagekomen, waaronder de verplichting om een van partijen onafhankelijke trustee aan te stellen die op de nakoming van genoemde verbintenissen moet toezien, kan niet als onafhankelijk worden beschouwd een persoon die lid was van de directie van een van de vennootschappen die bij de concentratie partij was en die bovendien gedurende meer dan een maand tegelijkertijd dergelijke mandaten en die van trustee heeft uitgeoefend, en zich dus in een afhankelijkheidsrelatie bevond ten opzichte van een van de partijen, zodat er twijfel over kan bestaan of hij voor de uitoefening van de taak van trustee voldoende neutraal was. Ook als een dergelijke persoon lid van voornoemde directie was als onafhankelijke derde, kon hij, aangezien hij betrokken was bij de uitoefening van alle wettelijke bevoegdheden die met een dergelijke functie samenhangen, de bevoegdheden van trustee niet onafhankelijk uitoefenen.

(cf. punten 88‑89, 93‑94, 100, 103‑105)