Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 18 september 2006 door Commissie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 12 juli 2006 in zaak F-18/05, D/Commissie

(Zaak T-262/06 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Andere partij in de procedure: D

Conclusies

te vernietigen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 12 juli 2006 in zaak F-18/05, D/Commissie;

de zaak te verwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken voor een beslissing over de overige middelen;

over de kosten van de hogere voorziening te beslissen als naar recht, subsidiair de beslissing omtrent de kosten over te laten aan de beoordeling van het Gerecht voor ambtenarenzaken.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij arrest van 12 juli 2006, waarvan in het kader van de onderhavige hogere voorziening de vernietiging wordt gevorderd, heeft het Gerecht het besluit van de Commissie van 4 mei 2004 tot afwijzing van verzoekers verzoek om te erkennen dat zijn ziekte het gevolg is van het beroep, nietig verklaard en de Commissie verwezen in alle kosten.

Ter onderbouwing van haar vordering tot vernietiging van dit arrest stelt de Commissie schending van het gemeenschapsrecht, met name van artikel 48, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering, aangezien het Gerecht een argument inzake schending van het gewijsde ontvankelijk heeft geacht dat verzoeker volgens de Commissie voor het eerst in repliek in eerste aanleg heeft aangevoerd. Voorts heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en/of een verkeerde uitlegging van de door partijen en met name door haarzelf aangevoerde gegevens rechtens. Wat de beoordeling van de argumenten ten gronde betreft, heeft het Gerecht het gemeenschapsrecht geschonden en met name artikel 73 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen alsmede een bijbehorende regeling, de strekking van arrest T-376/021 miskend en de motiveringsplicht geschonden. Ook heeft het Gerecht inbreuk gemaakt op het rechtszekerheidsbeginsel.

____________

1 - Arrest van het Gerecht van 23 november 2004, O/Commissie (JurAmbt. blz. I-A-349 en II-1595).