Language of document :

Beroep ingesteld op 26 augustus 2008 - Atlantean / Commissie

(Zaak T-368/08)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Atlantean Ltd (Killybegs, Ierland) (vertegenwoordigers: M. Fraser, D. Hennessy, solicitors, G. Hogan SC, E. Regan en C. Toland, barristers)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig verklaren beschikking C(2008) 3236 van de Commissie van 26 juni 2008, die tot Ierland is gericht in antwoord op diens aanvraag betreffende Atlantean;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

In de onderhavige zaak vordert verzoekster de gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2008) 3236 def. van de Commissie van 26 juni 2008 tot afwijzing van de aanvraag van Ierland voor een capaciteitsverhoging voor verzoeksters vaartuig Atlantean op grond van het vierde meerjarige oriëntatieprogramma (MOP IV) in verband met maatregelen ter verbetering van de veiligheid, de navigatie op zee, de hygiëne, de productkwaliteit en de arbeidsomstandigheden voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 12 m. De eerste beschikking (2003/245/EG) van de Commissie (van 4 april 20032) tot afwijzing van de aanvraag van Ierland is door het Gerecht nietig verklaard bij arrest van 13 juni 2006, voor zover zij gold voor verzoeksters vaartuig Atlantean.4

Ter onderbouwing van haar vorderingen betoogt verzoekster dat de bestreden beschikking niet is vastgesteld op basis van de criteria vervat in beschikking 97/413/EG van de Raad, die volgens haar de juiste rechtsgrondslag is, maar op basis van artikel 11, lid 5, van verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad. Verzoekster stelt derhalve dat de Commissie de beschikking niet alleen onbevoegd heeft vastgesteld, maar tevens inbreuk heeft gemaakt op het verbod van terugwerkende kracht, het rechtzekerheidsbeginsel, het beginsel van de bescherming van het gewettigde vertrouwen, het non-discriminatiebeginsel, het beginsel van gelijke behandeling en het evenredigheidsbeginsel. Zij stelt dat de Commissie de in artikel 253 EG neergelegde motiveringsplicht niet is nagekomen en inbreuk heeft gemaakt op verzoeksters recht om te worden gehoord, en op haar eigendomsrechten. Verzoekster betoogt voorts dat de Commissie misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid, te kwader trouw heeft gehandeld en in haar beschikking onverschoonbaar en kennelijk heeft gedwaald. Zij voert eveneens aan dat de Commissie de grenzen van haar discretionaire bevoegdheid heeft overschreden.

Voorts stelt verzoekster dat de Commissie de bestreden beschikking heeft vastgesteld om een daarmee samenhangende vordering tot schadevergoeding, die door verzoekster is ingesteld in de voor het Gerecht dienende zaak T-125/08, te doen afwijzen, en dat de Commissie bijgevolg niet te goeder trouw was.

____________

1 - PB L 90, blz. 40.

2 - Atlantean Ltd/Commissie,T-192/03, Jurispr. blz. II-42*.

3 - Beschikking van de Raad van 26 juni 1997 inzake de doelstellingen en bepalingen voor de herstructurering, in de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001, van de communautaire visserijsector met het oog op de totstandbrenging van een duurzaam evenwicht tussen de visbestanden en de exploitatie daarvan (PB L 175, blz. 27).

4 - Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358, blz. 59).

5 - Zaak T-125/08, Atlantean Ltd./Commissie, PB C 116, blz. 28.