Beroep ingesteld op 23 september 2016 – Trasta Komercbanka e.a. / ECB
(Zaak T-698/16)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Trasta Komercbanka AS (Riga, Letland) en zes andere partijen (vertegenwoordigers: O. Behrends, L. Feddern en M. Kirchner, advocaten)
Verwerende partij: Europese Centrale Bank
Conclusies
nietigverklaring van het besluit van de ECB van 3 maart 2016 waarbij de bankvergunning van Trasta Komercbanka AS is ingetrokken;
verwijzing van verweerster in de kosten.
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster zeven middelen aan.
Schending door de ECB van artikel 24 van de GTM-verordening1 en daarmee samenhangende bepalingen in verband met de toetsing van het voorgaande besluit van de ECB door de administratieve raad voor toetsing.
Verzuim van de ECB om alle feitelijke aspecten te onderzoeken en zorgvuldig en onpartijdig te beoordelen, waaronder – doch niet uitsluitend – het verzuim van de ECB om passend te reageren op het feit dat de informatie en documenten die door de plaatselijke Letse regelgevende instantie waren ingediend, onnauwkeurig waren.
Schending door de ECB van het evenredigheidsbeginsel door niet te erkennen dat er alternatieve maatregelen beschikbaar waren.
Schending door de ECB van het beginsel van gelijke behandeling.
Schending door de ECB van artikel 19 en overweging 75 van de GTM-verordening en misbruik van bevoegdheid door de ECB.
Schending door de ECB van het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel.
Schending door de ECB van procedureregels – waaronder het recht om te worden gehoord, het recht op toegang tot het dossier en het recht op een naar behoren gemotiveerd besluit – en artikel 83, lid 1, van de GTM-kaderverordening.
____________1 Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB 2013, L 287, blz. 63).