Language of document : ECLI:EU:C:2006:291

Zaak C‑431/04

Procedure aanhangig gemaakt door

Massachusetts Institute of Technology

(verzoek van het Bundesgerichtshof om een prejudiciële beslissing)

„Octrooirecht – Geneesmiddelen – Verordening (EEG) nr. 1768/92 – Aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen – Begrip ‚samenstelling van werkzame stoffen’”

Samenvatting van het arrest

1.        Harmonisatie van wetgevingen – Eenvormige wettelijke regelingen – Industriële en commerciële eigendom – Octrooirecht – Aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen

(Verordening nr. 1768/92 van de Raad, art. 1, sub b)

2.        Harmonisatie van wetgevingen – Eenvormige wettelijke regelingen – Industriële en commerciële eigendom – Octrooirecht – Aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen

(Verordening nr. 1768/92 van de Raad, art. 1, sub b)

1.        Bij gebreke van enige definitie van het begrip „werkzame stof” van een geneesmiddel in verordening nr. 1768/92 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen moeten de betekenis en de draagwijdte van deze woorden worden bepaald met inachtneming van de algemene context waarin zij worden gebruikt en in overeenstemming met hun in de omgangstaal gebruikelijke betekenis.

(cf. punt 17)

2.        Artikel 1, sub b, van verordening nr. 1768/92 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „samenstelling van werkzame stoffen van een geneesmiddel” niet een samenstelling van twee stoffen omvat waarvan er slechts één eigen therapeutische effecten heeft voor een bepaalde indicatie, en de andere een farmaceutische vorm van het geneesmiddel mogelijk maakt die noodzakelijk is voor de therapeutische werking van de eerste stof voor die indicatie.

(cf. punt 31 en dictum)