Language of document :

Beroep ingesteld op 21 september 2010 - Evropaïki Dynamiki / Hof van Justitie

(Zaak T-447/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Evropaïki Dynamiki - Proigmena Systimata Tilepikoinonion Pliroforikis kai Tilematikis AE (Athene, Griekenland) (vertegenwoordigers: N. Korogiannakis en M. Dermitzakis, advocaten)

Verwerende partij: Hof van Justitie

Conclusies

nietig verklaren het besluit van verweerder houdende afwijzing van de offertes die verzoekster had ingediend op de oproep tot inschrijving CJ 7/09, "Overheidsopdrachten voor het verlenen van IT-diensten"1, en alle latere daarmee verband houdende besluiten van verweerder, daaronder begrepen het besluit houdende gunning van de betrokken overeenkomsten aan de winnende inschrijvers;

verweerder gelasten de schade te vergoeden die verzoekster in verband met de betrokken aanbestedingsprocedure is opgekomen, ten bedrage van 5 000 000 EUR;

verweerder gelasten de schade te vergoeden die verzoekster door het verlies van een kans en door aantasting van haar reputatie en geloofwaardigheid heeft geleden, ten bedrage van 500 000 EUR;

verweerder verwijzen in de kosten van het geding en in de andere kosten die verzoekster in verband met dit beroep zullen opkomen, zelfs ingeval het onderhavige beroep wordt verworpen.

Middelen en voornaamste argumenten

In de onderhavige zaak vordert verzoekster nietigverklaring van het besluit van verweerder van 12 juli 2010 houdende afwijzing van de offertes die zij had ingediend op de oproep tot inschrijving CJ 7/09, "Overheidsopdrachten voor het verlenen van IT-diensten", en houdende gunning van de overeenkomsten aan de winnende inschrijvers. Verder vordert zij vergoeding van de schade die zij haars inziens in het kader van de aanbestedingsprocedure heeft geleden.

Ter ondersteuning van haar vorderingen voert verzoekster de volgende middelen aan.

Allereerst betoogt zij dat de aanbestedende dienst het verbod van discriminatie van de gegadigden heeft geschonden omdat verschillende winnende inschrijvers niet voldeden aan de voorwaarden om niet te worden uitgesloten, en dat die dienst daardoor de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement2 en artikel 133 van de uitvoeringsvoorschriften en het beginsel van goed bestuur heeft geschonden.

Verder betoogt verzoekster dat verweerder met betrekking tot de twee perceleen inbreuk heeft gemaakt op artikel 100, lid 2, van het Financieel Reglement, namelijk de motiveringsplicht niet is nagekomen door verzoekster geen afdoende rechtvaardiging of uitleg te verstrekken. Met name de kenmerken en de relatieve voordelen van de gekozen offerte zijn niet passend aangegeven. Op verzoeksters offerte zijn slechts een technisch cijfer onder elk criterium en enkele vage termen vermeld, terwijl voor de winnende inschrijvers alleen werd gezegd dat hun offerte kwalitatief beter was.

Ten derde betoogt verzoekster dat verweerder niet voor een eerlijke behandeling van alle inschrijvers bij de uitnodiging tot een bezoek aan zijn gebouwen heeft gezorgd, omdat deze daarbij niet eerlijk hebben kunnen meedingen met de inschrijver die de opdracht uiteindelijk in de wacht heeft gesleept.

Ten slotte betoogt verzoekster dat verweerder artikel 97 van het Financieel Reglement en artikel 138 van de uitvoeringsvoorschriften heeft geschonden door andere criteria aan te wenden dan degene die in artikel 138 van het Financieel Reglement worden toegestaan, door gegevens te verwerken die niet door verzoekster zelf met het oog op de gunning waren verstrekt, door selectiecriteria en gunningscriteria door elkaar te gebruiken, en door geen criteria aan te wenden die verband houden met het economisch voordeel van de offerte.

____________

1 - PB 2009/S 217-312293

2 - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB 2002, L 248, blz. 1).