Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 24 maart 2011 – Kaimer e.a./Commissie
(Zaak T‑379/06)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Sector van fittingen uit koper en koperlegeringen – Beschikking houdende vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG – Rechten van verdediging – Deelneming aan inbreuk – Duur van inbreuk – Geldboeten – Verzachtende omstandigheden – Evenredigheid – Gelijke behandeling”
1. Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van rechten van verdediging – Toegang tot dossier – Omvang – Ontbreken van mededeling van bezwarend document – Gevolgen die verschillen naar belang van document voor op Commissie rustende bewijslast (cf. punten 30‑32)
2. Mededinging – Mededingingsregelingen – Bewijs – Mate van nauwkeurigheid verlangd van door Commissie in aanmerking genomen bewijselementen (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 47‑49)
3. Mededinging – Mededingingsregelingen – Overeenkomsten tussen ondernemingen – Bewijs – Verklaring van in geding betrokken onderneming die wordt betwist door andere aan zelfde mededingingsregeling deelnemende ondernemingen – Bewijswaarde – Beoordeling (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 50)
4. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van Commissie waarbij inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van inbreuk en duur daarvan ten laste van Commissie – Omvang van bewijslast (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 51)
5. Mededinging – Mededingingsregelingen – Deelname van onderneming aan mededinging verstorende initiatieven – Toereikendheid van stilzwijgende goedkeuring zonder publiek distantiëring om onderneming aansprakelijk te achten (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punten 86‑88)
6. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Onderneming die louter passieve rol vervulde of slechts meeloopster was – Beoordelingscriteria (Mededeling 98/C 9/03 van de Commissie) (cf. punten 98‑99)
Voorwerp
| Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2006) 4180 def. van de Commissie van 20 september 2006 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/F‑1/38.121 – Fittingen) en, subsidiair, verzoek om verlaging van de bij die beschikking aan verzoeksters opgelegde geldboeten |
Dictum
1) | | Artikel 1 van beschikking C(2006) 4180 def. van de Commissie van 20 september 2006 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/F‑1/38.121 – Fittingen) wordt nietig verklaard voor zover daarin de periode van 30 juli 1996 tot en met 31 juli 1997 in aanmerking wordt genomen voor de deelneming van Kaimer GmbH & Co. Holding KG en van Sanha Kaimer GmbH & Co. KG en de periode van 1 januari 1998 tot en met 14 juli 1999 voor de deelneming van Sanha Italia Srl. |
2) | | Het bedrag van de aan Kaimer opgelegde geldboete wordt bepaald op 7,15 miljoen EUR, waarvan 7,15 miljoen EUR hoofdelijk met Sanha Kaimer en 6,325 miljoen EUR hoofdelijk met Sanha Italia. |
3) | | Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
4) | | Kaimer, Sanha Kaimer en Sanha Italia zullen hun eigen kosten en 50 % van de kosten van de Europese Commissie dragen. |
5) | | De Commissie zal 50 % van haar eigen kosten dragen. |