Beschikking van de president van het Gerecht van 18 april 2008 – CPEM / Commissie
(Zaak T‑106/08 R)
„Kort geding – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Nieuw verzoek – Nieuwe feiten – Geen – Niet-ontvankelijkheid – Artikel 109 van Reglement voor de procesvoering van het Gerecht”
1. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – „Fumus boni juris” – Spoedeisendheid – Cumulatief (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 15‑16)
2. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Afwijzing van verzoek (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 109) (cf. punten 25‑28)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van debetnota nr. 3240912189 van 17 december 2007 met betrekking tot beschikking C(2007) 4645 van de Commissie van 4 oktober 2007, waarbij bijstand van het Europees Sociaal Fonds die bij beschikking C(1999) 2645 van 17 augustus 1999 aan CPEM was verleend, is ingetrokken |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |