Language of document :

Beroep ingesteld op 27 november 2006 - Moreira da Fonseca / BHIM - General Óptica (GENERAL OPTICA)

(Zaak T-319/06)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Alberto Jorge Moreira da Fonseca Lda (Santo Tirso, Portugal) (vertegenwoordiger: M. Oehen Mendes, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: General Óptica SA (Barcelona, Spanje)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 8 augustus 2006 in nietigverklaringsprocedure nr. 828C (zaak R 944/2005-1), waarvan op 27 september 2006 aan verzoekster kennis is gegeven, te vernietigen en bijgevolg gemeenschapsmerk "GENERAL OPTICA" (nr. 2 436 798), waarvan de inschrijving op 5 november 2001 werd gevraagd en dat op 20 november 2002 werd ingeschreven, nietig te verklaren of, subsidiair, vervallen te verklaren;

verweerder te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: beeldmerk "GENERAL OPTICA" voor diensten van klasse 42 (Diensten van opticiens) - gemeenschapsmerk nr. 2 436 798

Houder van het gemeenschapsmerk: General Óptica SA

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: verzoekster

Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: oudere nationale handelsnaam "Generalóptica" voor invoer en detailverkoop van optische en fotografische apparaten en van precisieapparatuur

Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van onder meer artikel 8, leden 1 en 4, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat er gevaar voor verwarring van de twee tekens bestaat en verzoeksters teken nationale bescherming geniet.

Schending van regel 22 van verordening nr. 2868/95 van de Commissie doordat het BHIM zijn verplichting om verzoekster te vragen het bewijs van het aangevoerde eerdere gebruik te leveren, niet is nagekomen.

____________