Language of document : ECLI:EU:T:2016:500





Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 15 september 2016 –
PT Pelita Agung Agrindustri/Raad

(Zaak T‑121/14)

„Dumping – Invoer van biodiesel uit Indonesië – Definitief antidumpingrecht – Artikel 2, lid 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 – Normale waarde – Productiekosten”

1.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – Toepassing van de aangenomen waarde – Berekening van de productiekosten op basis van de boekhoudregisters – Afwijking – Kosten in verband met de productie en de verkoop van het product waarnaar onderzoek wordt gevoerd, zonder dat die kosten naar behoren in die registers zijn opgenomen – Bewijslast rustend op de instellingen – Rechterlijk toezicht – Omvang (Verordeningen van de Raad nr. 1972/2002, overweging 4, en nr. 1225/2009, art. 2, leden 3, tweede alinea, en 5, eerste en tweede alinea) (zie punten 45‑49, 53‑77)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Voorwerp – Gedeeltelijke nietigverklaring – Voorwaarde – Scheidbaarheid van de bestreden bepalingen – Bepaling van een verordening waarbij definitieve antidumpingrechten zijn opgelegd – Nietigverklaring die leidt tot een inhoudelijke wijziging van de verordening (Art. 263 VWEU; verordening nr. 1194/2013 van de Raad, art. 1) (zie punten 80‑82)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië (PB 2013, L 315, blz. 2), voor zover daarbij aan verzoekster een antidumpingrecht is opgelegd

Dictum

1)

De artikelen 1 en 2 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië, worden nietig verklaard voor zover zij PT Pelita Agung Agrindustri betreffen.

2)

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten dragen alsmede de kosten van PT Pelita Agung Agrindustri.

3)

De Europese Commissie en de European Biodiesel Board (EBB) zullen hun eigen kosten dragen.