Language of document :

Beroep ingesteld op 27 maart 2012 - Investigación y Desarrollo en Soluciones y Servicios IT/Commissie

(Zaak T-134/12)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Investigación y Desarrollo en Soluciones y Servicios IT, SA (Alicante, Spanje) (vertegenwoordiger: M. Jiménez Perona, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Ref. Ares (2012)39854 van de Commissie van 19 januari 2012 tot inning van de op audit 09-INFS-001/04 betrekking hebbende debetnota's nietig verklaren;

de Commissie veroordelen tot vergoeding van de schade ten bedrage van 732 788 EUR die verzoekster heeft geleden door de in dit beroep aan de orde zijnde onrechtmatige gedraging van de Commissie.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster in de onderhavige procedure heeft met de Commissie verschillende onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten gesloten, die allemaal worden beheerst door besluit C(2003) 3834 van 23 oktober 2003 van de Commissie, dat een modelcontract voor KP 5 of KP 6 en de algemene voorwaarden voor KP 5 en KP 6 bevat.

Met betrekking tot die overeenkomsten heeft de Commissie naar aanleiding van de uitkomst van een door OLAF uitgevoerd onderzoek en een door haar uitgevoerde audit besloten om subsidies in te trekken.

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster acht middelen aan:

schending van de rechten van de verdediging door de wijze waarop de betrokken audit is uitgevoerd;

schending van het rechtszekerheidsbeginsel, doordat verzoekster op geen enkel moment op de hoogte is gesteld van het toepasselijke rechtskader;

schending van de motiveringsplicht door de Commissie;

schending van het vermoeden van onschuld door de toon die DG INFSO in zijn auditrapport heeft gehanteerd;

schending van het beginsel van behoorlijk bestuur doordat de auditoren de op hen rustende plicht tot onpartijdigheid en billijkheid niet zijn nagekomen;

schending van het vertrouwensbeginsel, in het bijzonder wat het ontbreken van bewijs van de controlebevoegdheid van de externe auditoren en de totstandkoming van de audit zelf betreft;

schending van het evenredigheidsbeginsel;

schending van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

____________