Language of document :

Beroep ingesteld op 4 juli 2011 - Lyder Enterprises / CBP - Liner Plants NZ (1993) (Southern Splendour)

(Zaak T-367/11)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Lyder Enterprises Ltd (Auckland, Nieuw Zeeland) (vertegenwoordiger: G. Pickering, advocaat)

Verwerende partij: Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP),

Andere partij voor de kamer van beroep: Liner Plants NZ (1993) Ltd (Waitakere, Nieuw Zeeland)

Conclusies

de beslissing van de kamer van beroep van het Communautair Bureau voor plantenrassen van 18 februari 2011 in zaak A007/2010 vernietigen, en

de behandeling van de zaak schorsen tot de eindbeslissing van de High Court of New Zealand in zaak nr. CIV:2011:404:2969.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het communautair kwekersrecht: Lyder Enterprises

Betrokken communautair kwekersrecht: Southern Splendour - aanvraag voor communautair kwekersrecht nr. 2006/1888

Bezwaarmaker tegen de aanvraag voor een communautair kwekersrecht: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Motivering van het bezwaar: de aanvrager was niet degene die het ras heeft gekweekt of ontdekt en ontwikkeld, of zijn rechtverkrijgende

Beslissing van het comité van het CBP: afwijzing van aanvraag nr. 2006/1888 voor het ras "Southern Splendour" (beslissing nr. R972)

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van de regel audi alteram partum, afwezigheid van bevoegdheid, geen begrip van de fundamentele regels van de billijkheid ("natural justice") en schending van een wezenlijk procedurevereiste, aangezien de kamer van beroep heeft beslist dat het in verzoeksters brieven vervatte bewijs niet kon worden aanvaard omdat het niet in affidavit-formaat was.

____________