Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy (Polen) op 7 februari 2024 – X.Y.

(Zaak C-103/24, Zastępca Rzecznika Dyscyplinarnego)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Najwyższy

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: X.Y.

Andere partij in de procedure: Zastępca Rzecznika Dyscyplinarnego przy Sądzie Okręgowym w Piotrkowie Trybunalskim

Prejudiciële vragen

Moet artikel 19, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, gelezen in samenhang met artikel 47, [eerste en tweede alinea], van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, aldus worden uitgelegd dat:

de Sąd Najwyższy (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Polen) – in het kader van een bijzondere procedure die door een partij is ingeleid middels een verzoek om te onderzoeken of aan de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid wordt voldaan door een rechter in de Sąd Najwyższy die is aangewezen om zitting te nemen in de rechtsprekende formatie die kennis moet nemen van een tuchtzaak die betrekking heeft op een rechter in een gewone rechterlijke instantie – ambtshalve dient te onderzoeken of deze rechtsprekende formatie, die bij loting is samengesteld uit de voltallige formatie van de Sąd Najwyższy, eveneens een „vooraf bij wet ingesteld” gerecht is;

indien het verzoek om te onderzoeken of een rechter in de Sąd Najwyższy voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid, berust op de grief dat deze rechter is benoemd in het kader van een (fundamenteel) gebrekkige benoemingsprocedure voor het ambt van rechter in de Sąd Najwyższy, de rechters in deze rechterlijke instantie die in het kader van eenzelfde gebrekkige procedure zijn benoemd, geen zitting mogen nemen in die rechtsprekende formatie, die is samengesteld uit vijf rechters die bij loting zijn aangewezen uit de voltallige formatie van de Sąd Najwyższy, aangezien een dergelijke formatie van de Sąd Najwyższy niet kan worden beschouwd als een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat vooraf bij wet is ingesteld;

Indien de in I, onder 2), gestelde vraag bevestigend wordt beantwoord:

Is het in een zaak waarin wordt onderzocht of een rechter in de Sąd Najwyższy voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid en in de context van artikel 19, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van invloed op het antwoord op de vraag of een rechtsprekende formatie op onregelmatige wijze is vormgegeven wanneer deze formatie is samengesteld uit vijf rechters van wie er slechts 2 zijn benoemd in het kader van een (fundamenteel) gebrekkige benoemingsprocedure voor het ambt van rechter in de Sąd Najwyższy, zodat de procedure in een dergelijk geval niettemin kan worden voortgezet en uitspraak kan worden gedaan aangezien bij de benoeming van de meeste leden van de aangewezen rechtsprekende formatie tot rechter in de Sąd Najwyższy geen sprake is van een onregelmatigheid in hun benoeming?

Indien op vraag II zou worden geantwoord dat, indien in de naar nationaal recht vereiste rechtsprekende formatie van vijf rechters evenwel twee of zelfs één gebrekkig benoemde rechter in de Sąd Najwyższy zetelen, een dergelijk gerecht geen gerecht is in de zin van artikel 19, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, voor zover de gebreken in de benoemingsprocedure fundamenteel zijn:

Is het, teneinde aan partijen het recht te waarborgen om hun zaak binnen een redelijke termijn te laten behandelen door een gerecht in de zin van artikel 19, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, toelaatbaar om het verzoek om te onderzoeken of een rechter van de Sąd Najwyższy (die is aangewezen om een tuchtzaak tegen een rechter van een gewone rechterlijke instantie te behandelen) voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid, te laten behandelen door een alleenzetelend rechter-rapporteur, wiens benoemingsprocedure tot rechter in de Sąd Najwyższy niet gebrekkig was, als een op grond van algemene regels ingediend wrakingsverzoek van een rechter in de Sąd Najwyższy?

____________