Language of document : ECLI:EU:T:2005:373

Zaak T‑379/03

Peek & Cloppenburg KG

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Woordmerk Cloppenburg – Absolute weigeringsgrond – Beschrijvend karakter – Plaats van herkomst – Artikel 7, lid 1, sub c, van verordening (EG) nr. 40/94”

Samenvatting van het arrest

1.      Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep bij gemeenschapsrechter – Procedurele rol van Bureau – Mogelijkheid voor Bureau om, hoewel aangeduid als verwerende partij, conclusies van verzoekende partij te ondersteunen – Beroep dat zonder voorwerp is geraakt – Geen

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 133, lid 2)

2.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken uitsluitend bestaande uit tekens of aanduidingen die kunnen dienen tot aanduiding van kenmerken van waar – Merk voor detailhandeldiensten – Woordmerk Cloppenburg

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 1, sub c)

1.      In het kader van beroepsprocedures in gemeenschapsmerkenzaken, ongeacht of bij de procedure voor de kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) andere partijen dan de verzoekende partij voor het Gerecht waren betrokken dan wel alleen de verzoekende partij en het Bureau in geding zijn, is het Bureau, hoewel het niet de nodige bevoegdheid bezit om een beroep tegen een beslissing van een kamer van beroep in te stelen, niet verplicht om systematisch elke bestreden beslissing van een kamer van beroep te verdedigen of te concluderen tot verwerping van elk tegen een dergelijke beslissing gericht beroep. Niets staat eraan in de weg dat het Bureau instemt met een conclusie van de verzoekende partij of zich ertoe beperkt zich op de wijsheid van het Gerecht te verlaten, waarbij het alle argumenten uiteenzet die hem passend lijken om het Gerecht te informeren. Het Bureau kan daarentegen geen conclusies formuleren strekkende tot vernietiging of herziening van de beslissing van de kamer van beroep op een punt dat in het verzoekschrift niet is opgeworpen, of niet in het verzoekschrift gestelde middelen aanvoeren. Al wordt het Bureau in artikel 133, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht als verwerende partij voor het Gerecht aangeduid, dit kan de uit de opzet van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk voor de kamer van beroep voortvloeiende gevolgen niet wijzigen. Hooguit biedt dit de mogelijkheid, in geval van vernietiging of herziening van de bestreden beslissing, over de kosten te beslissen ongeacht het door het Bureau voor het Gerecht ingenomen standpunt.

Wanneer het Bureau instemt met de conclusies van de verzoekende partij, ontheft de overeenstemming tussen de conclusies en de argumenten van de partijen het Gerecht niet van de verplichting, de wettigheid van de bestreden beslissing te onderzoeken tegen de achtergrond van de in het inleidend verzoekschrift aangevoerde middelen.

Aangezien de bestreden beslissing gewijzigd noch ingetrokken is en het Bureau daartoe niet bevoegd is en evenmin daartoe aanwijzingen kan geven aan de kamers van beroep, behoudt de verzoekende partij immers een belang bij de vernietiging van deze beslissing en is het beroep dus niet zonder voorwerp geraakt.

(cf. punten 22‑24, 27‑29)

2.      Het woordteken Cloppenburg, waarvan inschrijving is aangevraagd voor „detailhandeldiensten” van klasse 35 in de zin van de Overeenkomst van Nice, kan in de opvatting van de gemiddelde Duitse consument niet dienen tot aanduiding, in de zin van artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk, van de plaats van herkomst van de in de merkaanvraag opgegeven diensten.

Bij het onderzoek of is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de betrokken weigeringsgrond, dient immers rekening te worden gehouden met alle relevante factoren, zoals de aard van de aangeduide waren of diensten, de grote of minder grote bekendheid ervan, inzonderheid in de betrokken economische sector, de betrokken geografische plaats en de grote of minder grote bekendheid bij het relevante publiek, de gebruiken in de betrokken branche en de mate waarin de plaats van herkomst van de betrokken waren of diensten voor de betrokken kringen relevant kan zijn bij de beoordeling van de kwaliteit of van andere kenmerken van de betrokken waren of diensten.

De Duitse stad Cloppenburg, die ongeveer 30 000 inwoners telt, is bij het relevante publiek, gesteld dat dit deze stad kent, weinig of hooguit middelmatig bekend en houdt geen verband met de betrokken categorie van diensten.

(cf. punten 39‑40, 46, 49‑51)