Language of document :

Mededeling in het PB

 

SEQ CHAPTER \h \r 1

Beroep, op 31 december 2003 ingesteld door N.V. Firma Léon Van Parys, N.V. Pacific Fruit Company, Pacific Fruchtimport G.m.b.H en Pacific Fruit Company Italy S.p.A tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-441/03)

(procestaal Nederlands)

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 31 december 2003 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door N.V. Firma Léon Van Parys, gevestigd te Antwerpen (België), N.V. Pacific Fruit Company, gevestigd te Antwerpen (België), Pacific Fruchtimport G.m.b.H, gevestigd te Hamburg (Duitsland) en Pacific Fruit Company Italy S.p.A, gevestigd te Rome (Italië), vertegenwoordigd door mr. Philippe Vlaemminck en mr. Julien Holmens.

Verzoekende partij concludeert dat het het Gerecht behage:

verweerster te veroordelen tot betaling van schadevergoeding krachtens artikel 235, juncto artikel 288 EG-Verdrag voor de schade die verzoeksters hebben geleden als gevolg van de onwettige maatregelen die zijn ingevoerd bij verordening nr. 2362/98 van de Commissie, alle bedragen te vermeerderen met vertragingsrente van 8 % vanaf de dag dat de schade is opgetreden;

verweerster te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente van 8 % over alle verschuldigd te achten bedragen;

verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters verklaren schade te hebben geleden ten gevolge van Verordening nr. 2362/981 doordat bananen uit Ecuador niet in aanmerking komen voor het voor traditionele ACS-bananen voorbehouden contingent en door het systeem van "country-allocation".

Verzoeksters voeren aan dat, ondanks de expliciete bedoeling van de Gemeenschap om zich vanaf 1 januari 1999 aan te passen aan de GATS en GATT 1994-Akkoorden zoals door de WTO- geschillen beslechtingorganen was beslist en bevolen, er een voldoende gekwalificeerde schending is van hogere rechtsregels ten gevolge van Verordening nr. 2362/98 en Verordening nr. 1637/982. Volgens verzoeksters schenden de door deze verordeningen aangebrachte wijzigingen, die tot einde 2001 werden gehandhaafd, de GATS en GATT 1994-Akkoorden, het gemeenschapsrecht, het gewettigd vertrouwen, het beginsel van goede trouw, het internationaal gewoonterecht zoals gecodificeerd in het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht en de bindende werking van de uitkomst van een geschillenbeslechtingsprocedure opgenomen in een door de Gemeenschap gesloten internationaal akkoord.

Verzoeksters beroepen zich verder op een schending van het gelijkheidsbeginsel en voeren eveneens aan dat de Commissie haar uitvoeringsbevoegdheden te buiten is gegaan door Verordening nr. 2362/98 met de uitvoeringsbepalingen voor Verordening nr. 404/93 die in strijd zijn met GATS en GATT 1994 tot einde 2001 te handhaven. Verzoeksters voeren tenslotte een schending aan van het gewettigd vertrouwen en het algemeen rechtsbeginsel "Patere legem quam ipse fecisti" door niet, zoals te hebben verklaard aan de Raad, invoerlicenties toe te kennen aan de werkelijke importeur.

____________

1 - . Verordening (EG) nr. 2362/98 van de Commissie van 28 oktober 998 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad betreffende de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap (Voor de EER relevante tekst) (PB L 293, blz. 32)

2 - . Verordening (EG) nr. 1637/98 van de Raad van 0 juli 1998 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 404/93 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 10, blz. 8)