Language of document : ECLI:EU:T:2018:759





Arrest van het Gerecht (Kamer voor hogere voorzieningen) van 8 november 2018 – Cocchi en Falcione/Commissie

(Zaak T724/16 P)

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Overdracht van nationale pensioenrechten – Artikel 24 van het Statuut – Bijstandsplicht van de Unie – Verlies van procesbelang van rekwiranten gedurende de procedure – Afdoening zonder beslissing in eerste aanleg – Causaal verband”

1.      Beroepen van ambtenaren – Procesbelang – Beoordeling naar het tijdstip waarop het beroep is ingesteld – Latere verdwijning van het procesbelang – Afdoening zonder beslissing

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

(zie punt 50)

2.      Beroepen van ambtenaren – Verzoek tot schadevergoeding dat rechtstreeks verband houdt met een beroep tot nietigverklaring – Beoordeling van de rechtmatigheid van de gedraging van een instelling aan de hand van de middelen en argumenten zoals uiteengezet in het verzoek tot nietigverklaring – Verlies van het procesbelang van de verzoekende partij in de loop van de procedure – Geen invloed

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

(zie punten 8082, 84, 86)

3.      Ambtenaren – Niet-contractuele aansprakelijkheid van de instellingen – Voorwaarden – Onwettigheid – Schade – Causaal verband – Begrip – Bewijslast

(Art. 340 VWEU)

(zie punten 9496, 104)

Voorwerp

Hogere voorziening ingesteld tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 2 augustus 2016, Cocchi en Falcione/Commissie (F‑134/11, EU:F:2016:194), strekkende tot vernietiging van deze beschikking

Dictum

1)

De beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 2 augustus 2016, Cocchi en Falcione/Commissie (F‑134/11) wordt vernietigd voor zover het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft geoordeeld dat er geen uitspraak meer behoefde te worden gedaan over de in eerste aanleg door Giorgio Cocchi en Nicola Falcione ingediende schadevorderingen.

2)

De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.

3)

De schadevorderingen die Cocchi en Falcione in het kader van hun beroep in eerste aanleg met zaaknummer F‑134/11 hebben ingediend, worden afgewezen.

4)

Elke partij draagt haar eigen kosten in verband met de in hogere voorziening en in eerste aanleg behandelde schadevorderingen.