Beschikking van de president van het Gerecht van 29 juli 2010 – Brinkmann/Duitsland
(Zaak T‑261/10 R)
„Kort geding – Kennelijke onbevoegdheid”
Kort geding – Verzoek dat samenhangt met beroep tegen lidstaat – Kennelijke onbevoegdheid van Gerecht – Niet-ontvankelijkheid (Art. 256 VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 51) (cf. punt 7)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de toepassing van de artikelen 47 en 48bis van de Bundesnotarordnung (federale verordening inzake het notarisambt) voor zover het verzoeker betreft |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |