Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu (Polen) op 19 maart 2024 – E. T. / Dyrektorowi Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu

(Zaak C-213/24, Grzera1 )

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: E. T.

Verwerende partij: Dyrektorowi Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu

Prejudiciële vragen

Moeten de bepalingen van richtlijn [2006/112]1 en met name die van artikel 2, lid 1, en artikel 9, lid 1, ervan aldus worden uitgelegd dat zelfstandig een economische activiteit wordt verricht door een persoon die een voorheen niet voor een economische activiteit gebruikt onroerend goed verkoopt door het verkoopklaar te laten maken door een professionele ondernemer die als gemachtigde van die persoon een aantal georganiseerde handelingen verricht ten behoeve van de opdeling van het goed en de verkoop ervan tegen een hogere prijs?

Moeten de bepalingen van richtlijn [2006/112] en met name die van artikel 9, lid 1, ervan aldus worden uitgelegd dat wanneer beide leden van een echtpaar gezamenlijk optreden, zij afzonderlijk moeten worden geacht zelfstandig een economische activiteit te verrichten?

____________

1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).