Language of document :

Gevoegde zaken T‑57/04 en T‑71/04

Budějovický Budvar, národní podnik en Anheuser-Busch, Inc.

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt

(merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Gemeenschapsmerkaanvraag voor beeldmerk dat termen ‚AB’, ‚genuine’, ‚budweiser’, ‚king of beers’ bevat – Ouder internationaal woordmerk BUDWEISER – Benamingen van oorsprong die zijn geregistreerd krachtens Overeenkomst van Lissabon – Artikel 8, lid 1, sub b, en lid 4, van verordening (EG) nr. 40/94 – Gedeeltelijke toewijzing en gedeeltelijke afwijzing van oppositie”

Samenvatting van het arrest

1.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van niet-ingeschreven merk of van ander in economisch verkeer gebruikt teken

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 4)

2.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van niet-ingeschreven merk of van ander in economisch verkeer gebruikt teken

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 4)

1.      Op grond van  artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk kan oppositie worden ingesteld tegen een gemeenschapsmerkaanvraag op basis van een teken dat geen ouder merk is.

Volgens de bewoordingen van artikel 8, lid 4, van deze verordening moet dit teken in het economisch verkeer worden gebruikt en van meer dan alleen plaatselijke betekenis zijn. Krachtens het voor dat teken geldende recht van de lidstaat moeten de eraan verbonden rechten verworven zijn vóór de datum van indiening van de gemeenschapsmerkaanvraag of de datum van het ten behoeve van de gemeenschapsmerkaanvraag ingeroepen recht van voorrang. Eveneens krachtens het voor dat teken geldende recht van de lidstaat moet dit teken de houder ervan het recht verlenen om het gebruik van een later merk te verbieden.

Gelet op het feit dat artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/94 behoort tot het deel inzake relatieve weigeringsgronden en gelet op artikel 74 van deze verordening, is het aan de opposant voor het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) om het bewijs te leveren dat het betrokken teken het recht verleent om het gebruik van een later merk te verbieden.

In dit verband moet met name rekening worden gehouden met de aangevoerde nationale regelgeving en met de in de betrokken lidstaat gegeven rechterlijke beslissingen. Op grond daarvan moet de opposant het bewijs leveren dat het betrokken teken binnen de werkingssfeer van het ingeroepen recht van de lidstaat valt en dat dit teken het recht verleent om het gebruik van een later merk te verbieden. Verder moet in de context van dit artikel 8, lid 4, de bewijsvoering door de opposant worden geplaatst tegen de achtergrond van het gemeenschapsmerk om inschrijving waarvan wordt verzocht.

(cf. punten 85‑86, 88-89)

2.      Het bewijs is niet geleverd dat de benamingen van oorsprong ČESKOBUDĚJOVICKÉ PIVO (BUDWEISER BIER), BUDĚJOVICKÉ PIVO - BUDVAR (BUDWEISER BIER - BUDVAR), BUDĚJOVICKÝ BUDVAR (BUDWEISER BUDVAR) en BUDĚJOVICKÉ PIVO (BUDWEISER BIER), die voor bier zijn geregistreerd bij de Wereldorganisatie voor de Intellectuele eigendom (WIPO) krachtens de Overeenkomst van Lissabon, die in het economisch verkeer worden gebruikt in de zin van artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk en die van meer dan alleen plaatselijke betekenis zijn, krachtens het geldende Franse recht de houder ervan het recht verlenen om het gebruik te verbieden van het beeldmerk dat de woordelementen „AB”, „genuine”, „budweiser”, „king of beers” bevat en waarvan de inschrijving als gemeenschapsmerk is aangevraagd voor andere waren dan bier van de klassen 16, 21, 25 en 30 in de zin van de Overeenkomst van Nice. Er zijn immers geen elementen aangedragen op grond waarvan kan worden geoordeeld dat de betrokken benamingen van oorsprong in Frankrijk bekend waren, of dat door het gebruik van de betrokken geografische benaming specifiek voor de waren waarop het aangevraagde beeldmerk betrekking heeft, misbruik kon worden gemaakt van de bekendheid van de betrokken benamingen van oorsprong of die bekendheid kon worden afgezwakt, gesteld dat het bewijs van die bekendheid op het Franse grondgebied was geleverd, zoals het Franse recht als voorwaarde stelt voor de bescherming van krachtens de Overeenkomst van Lissabon geregistreerde benamingen van oorsprong tegen het gebruik van een geografische naam voor niet-soortgelijke waren of diensten.

(cf. punten 211 en 218)