Beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 14 maart 2011 – Campailla/Commissie
(Zaak T‑429/09)
„Beroep tot schadevergoeding – Verjaringstermijn – Artikel 46 van Statuut van Hof – Niet-ontvankelijkheid”
1. Beroep tot schadevergoeding – Verjaringstermijn – Aanvang – Aansprakelijkheid wegens individuele handeling – Datum waarop nadelige gevolgen van handeling zich hebben voorgedaan – Weigering van interventie van Commissie in geschil betreffende betaling van schuld van derdeland jegens gemeenschapsonderdaan krachtens Overeenkomst van Cotonou – Termijn die ingaat op tijdstip van ontstaan van schade, die op tijdstip van deze weigering concreet wordt – Inaanmerkingneming van subjectieve beoordeling van werkelijk bestaan van schade – Ontoelaatbaarheid – Niet-ontvankelijkheid wegens verjaring (Art. 235 EG en 288, tweede alinea, EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 46 en 53) (cf. punten 41‑42, 52, 62, 67)
2. Beroep tot schadevergoeding – Verjaringstermijn – Stuiting – Voorwaarden – Indiening van verzoekschrift bij gemeenschapsrechter of indiening van eerdere vordering bij bevoegde instelling – Begrip verzoekschrift in deze context – Verzoekschrift tot nietigverklaring – Daarvan uitgesloten (Art. 288, tweede alinea, EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 46) (cf. punten 43, 63, 65, 67)
Voorwerp
| Beroep tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden doordat de Commissie heeft geweigerd op te treden in een geschil tussen verzoeker en de staat Kameroen |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Massimo Campailla draagt zijn eigen kosten en die van de Europese Commissie. |