Language of document : ECLI:EU:C:2024:307

Voorlopige editie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL

L. MEDINA

van 11 april 2024 (1)

Zaak C109/23 [Jemerak] (i)

GM,

ON

tegen

PR

[verzoek van het Landgericht Berlin (rechter in eerste aanleg Berlijn, Duitsland) om een prejudiciële beslissing]

„Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen – Acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren – Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad – Artikel 5 quindecies, leden 2 en 6 – Verbod op de verlening van diensten op het gebied van juridisch advies aan in Rusland gevestigde rechtspersonen – Vrijstelling – Diensten die strikt noodzakelijk zijn om in een lidstaat de toegang tot gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedures te waarborgen – Verlijden en uitvoeren van een koopakte voor onroerend goed door een notaris – Tolk die bijstand verleent aan de notaris – Artikel 17, lid 1, van het Handvest”






I.      Inleiding

1.        Dit verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van verordening (EU) nr. 833/2014(2), zoals gewijzigd bij verordening (EU) 2022/1904(3), die betrekking heeft op beperkende maatregelen die de Raad van de Europese Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

2.        Het verzoek is ingediend in het kader van een procedure tussen enerzijds GM en ON, die een woning in Berlijn (Duitsland) wilden kopen, en anderzijds PR, een notaris die heeft geweigerd de koopakte voor die woning te verlijden en uit te voeren op grond dat de verkoper een in Rusland gevestigde rechtspersoon is.

3.        In de onderhavige zaak moet het in artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 opgenomen begrip „diensten op het gebied van juridisch advies” worden uitgelegd, met name om na te gaan of het op grond van die bepaling verboden is dat een notaris een koopakte verlijdt en uitvoert in de context van een overdracht van onroerend goed dat eigendom is van een in Rusland gevestigde rechtspersoon.

4.        Mocht dat het geval zijn, dan rijst de vraag of het verlijden en uitvoeren van een dergelijke koopakte niettemin kunnen worden vrijgesteld op grond van artikel 5 quindecies, lid 6, van die verordening. In wezen staat dit artikel toe dat diensten op het gebied van juridisch advies worden verleend wanneer dit strikt noodzakelijk is om de toegang tot gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedures te waarborgen.

5.        In het kader van de twee bovengenoemde bepalingen rijzen soortgelijke vragen met betrekking tot de bijstand die een tolk verleent aan partijen die de taal waarin de procedure voor de authenticatie bij een notaris plaatsvindt, onvoldoende machtig zijn.

II.    Toepasselijke bepalingen

6.        De overwegingen 1, 2, 3, 19 en 22 van verordening 2022/1904 luiden als volgt:

„(1)      Op 31 juli 2014 heeft de Raad verordening [nr. 833/2014] vastgesteld.

(2)      Verordening [nr. 833/2014] geeft uitvoering aan bepaalde bij besluit 2014/512/GBVB van de Raad vastgestelde maatregelen.

(3)      Naar aanleiding van de verdere agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne, de organisatie van illegale schijn-‚referenda’ in de momenteel door de Russische Federatie illegaal bezette delen van de regio’s Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja, de illegale annexatie van die Oekraïense regio’s door de Russische Federatie, alsook de mobilisatie in de Russische Federatie en haar herhaalde dreiging om massavernietigingswapens te gebruiken, heeft de Raad op 6 oktober 2022 besluit (GBVB) 2022/1909 vastgesteld, waarbij besluit 2014/512/GBVB gewijzigd werd.

[...]

(19)      [...] Besluit (GBVB) 2022/1909 [breidt] het bestaande verbod op het verlenen van bepaalde diensten aan de Russische Federatie uit door een verbod in te stellen op het verlenen van architectuur- en ingenieursdiensten, alsook van IT-adviesdiensten en van diensten op het gebied van juridisch advies. [...] ‚Diensten op het gebied van juridisch advies’ omvatten het verstrekken van juridisch advies aan cliënten in niet-contentieuze aangelegenheden, waaronder handelstransacties, die betrekking hebben op de toepassing of interpretatie van het recht; deelname met of namens cliënten aan handelstransacties, onderhandelingen en andere contacten met derden, en voorbereiding, uitvoering en verificatie van juridische documenten. Onder ‚diensten op het gebied van juridisch advies’ wordt niet verstaan vertegenwoordiging, advies, voorbereiding van documenten of verificatie van documenten in het kader van juridische vertegenwoordiging, met name in zaken of procedures voor administratieve instanties, rechtbanken of andere naar behoren opgerichte officiële gerechtshoven, of in arbitrage- of bemiddelingsprocedures.

[...]

(22)      Verordening [nr. 833/2014] moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.”

7.        Artikel 1, lid 12, van verordening 2022/1904 bepaalt:

„Artikel 5 quindecies wordt vervangen door:

‚Artikel 5 quindecies

[...]

2.      Het is verboden direct of indirect [...] diensten op het gebied van juridisch advies [...] te verlenen aan:

[...]

b)      in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

[...]

6.      De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn om in een lidstaat de toegang tot gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedures te waarborgen, [...] op voorwaarde dat het verlenen van dergelijke diensten in overeenstemming is met de doelstellingen van deze verordening en van verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad.

[...]’”

III. Feiten, procedure en prejudiciële vragen

8.        GM en ON hebben de Duitse nationaliteit en wilden een woning kopen in Berlijn. Die woning staat ingeschreven in het kadaster van Schöneberg, dat wordt bijgehouden door het Amtsgericht Schöneberg (rechter in eerste aanleg Schöneberg, Duitsland). Visit-Moscow Ltd., een in Moskou (Rusland) gevestigde vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, staat in dat kadaster ingeschreven als eigenaar van de woning.

9.        GM, ON en Visit-Moscow hebben met het oog op die transactie PR, een in Berlijn werkzame notaris, verzocht de koopakte te verlijden op basis van de daarin vervatte informatie, namelijk het verkochte goed, de koopsom en andere contractuele bepalingen. Zij hebben hem ook verzocht om de koopakte uit te voeren na het verlijden ervan. Die uitvoering bestond erin het eigendomsrecht op de woning op de kopers over te schrijven, de bestaande inschrijvingen op het onroerend goed door te halen en de koopsom in bewaring te houden en uit te betalen.

10.      PR heeft de partijen echter meegedeeld dat hij voorlopig weigerde om de koopakte te verlijden en dus ook uit te voeren. Volgens hem kon hij niet uitsluiten dat het verlijden van die akte in strijd zou zijn met het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 betreffende het direct of indirect verlenen van diensten op het gebied van juridisch advies aan in Rusland gevestigde rechtspersonen. PR heeft de daaropvolgende klacht van de partijen ook afgewezen en deze overeenkomstig de toepasselijke regels verwezen naar het Landgericht Berlin (rechter in eerste aanleg Berlijn, Duitsland).

11.      Het Landgericht Berlin, de verwijzende rechter in de onderhavige zaak, meent dat voor de beslechting van het bij hem aanhangige geding moet worden verduidelijkt of het verlijden van een koopakte door een notaris, alsmede enkele andere neventaken die voor de uitvoering van die akte worden verricht, binnen de werkingssfeer van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 vallen, aangezien de verkoper een in Rusland gevestigde rechtspersoon is. Mocht dat het geval zijn, dan moet volgens de verwijzende rechter worden nagegaan of die taken van dat verbod kunnen worden vrijgesteld op grond van artikel 5 quindecies, lid 6, van die verordening.

12.      In de verwijzingsbeslissing merkt de verwijzende rechter in de eerste plaats op dat verschillende aspecten ertegen pleiten dat het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 wordt toegepast op de taken die een notaris naar Duits recht verricht. Deze rechter licht met name toe dat notarissen geen dienst verlenen, maar in plaats daarvan een openbaar ambt vervullen. Zij worden benoemd als onafhankelijke beoefenaren van een openbaar ambt die belast zijn met de authenticatie van rechtshandelingen en met andere taken op het gebied van preventieve rechtsbedeling. Bij de uitoefening van hun functies mogen notarissen niet een bepaalde partij vertegenwoordigen, maar moeten zij alle betrokken partijen onafhankelijk en onpartijdig begeleiden.

13.      In de tweede plaats verklaart de verwijzende rechter dat, zelfs indien de werkzaamheden van notarissen als diensten op het gebied van juridisch advies in de zin van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 zouden worden beschouwd, het in die bepaling vervatte verbod geen betrekking zou hebben op het verlijden van een koopakte voor onroerend goed door een notaris. Voorts geeft deze rechter aan dat volgens het Bürgerliche Gesetzbuch (burgerlijk wetboek) voor de eigendomsoverdracht van een woning in Duitsland niet alleen de inschrijving van de koper in het kadaster vereist is, maar ook de instemming van beide partijen met de eigendomsoverdracht, hetgeen in de regel ten overstaan van een notaris moet worden verklaard. Indien het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 van toepassing zou zijn op het verlijden van een koopakte voor onroerend goed door een notaris, zou aan in Rusland gevestigde rechtspersonen dus juridisch en feitelijk elke mogelijkheid worden ontnomen om over hun activa te beschikken, daar de tussenkomst van een notaris bij de verkoop van onroerend goed vereist is.

14.      In de derde plaats is de verwijzende rechter van mening dat artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014 – op grond waarvan de verlening van diensten die strikt noodzakelijk zijn om in een lidstaat de toegang tot gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedures te waarborgen, van het bovengenoemde verbod is uitgesloten – in elk geval van toepassing lijkt te zijn op de door notarissen verrichte werkzaamheden. In dat verband merkt de verwijzende rechter op dat de inschrijving in het kadaster naar Duits recht constitutief is voor het ontstaan en de verwerving van een recht met betrekking tot onroerend goed. Het bijhouden van het kadaster is een gerechtelijke procedure waarin notarissen een centrale rol spelen, aangezien een verzoek tot inschrijving in het kadaster alleen geldig is wanneer aan de hand van notariële of andere authentieke akten wordt aangetoond dat de rechtshandeling heeft plaatsgevonden. Voor een inschrijving in het kadaster is dus als algemene regel de tussenkomst van een notaris vereist.

15.      In de laatste plaats herinnert de verwijzende rechter er evenwel aan dat de Europese Commissie een richtsnoer heeft gepubliceerd met als titel „Frequently asked questions on provision of services concerning sanctions adopted following Russia’s military aggression against Ukraine”(4). In dat richtsnoer stelt de Commissie zich op het standpunt dat het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 betrekking heeft op notariële diensten die worden verleend aan in Rusland gevestigde rechtspersonen. Het standpunt van de Europese Commissie is weliswaar niet bindend, maar leidt tot aanzienlijke onzekerheid over de juiste uitlegging van de bepaling. Deze onzekerheid strekt zich uit tot de ondersteunende taken die notarissen gewoonlijk verrichten ten behoeve van de uitvoering van de koopakte nadat deze is verleden, en tot de diensten die moeten worden verricht door een tolk die volgens de wet een niet-Duitssprekende partij moet bijstaan bij het verlijden van een koopakte.

16.      In die omstandigheden heeft het Landgericht Berlin de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vragen voorgelegd:

„1)      Handelt een Duitse notaris in strijd met het verbod om direct of indirect diensten op het gebied van juridisch advies te verlenen aan een in Rusland gevestigde rechtspersoon wanneer hij een koopakte voor woningeigendom tussen die persoon als verkoper en een burger van een lidstaat van de Europese Unie verlijdt?

2)      Handelt een tolk in strijd met het verbod om direct of indirect diensten op het gebied van juridisch advies te verlenen wanneer hij instemt met het verzoek van de notaris om bij het verlijden van de koopakte de inhoud van de notariële bespreking te vertalen voor de vertegenwoordiger van de in Rusland gevestigde rechtspersoon die de Duitse taal onvoldoende machtig is?

3)      Handelt een notaris in strijd met het verbod om direct of indirect diensten op het gebied van juridisch advies te verlenen indien hij met het oog op de uitvoering van de koopakte wettelijk vastgelegde notariële werkzaamheden op zich neemt en verricht (bijvoorbeeld de afwikkeling van de betaling van de koopprijs via een derdenrekening van de notaris, het opvragen van documenten voor het doorhalen van hypotheken en andere inschrijvingen op het verkochte goed, het verzenden van de voor de overschrijving van de eigendom vereiste documenten aan de instantie die het kadastrale register beheert)?”

17.      Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingekomen ter griffie van het Hof op 23 februari 2023. Schriftelijke opmerkingen zijn ingediend door de Duitse, de Estse, de Nederlandse, de Poolse en de Finse regering, alsook door de Europese Commissie en de partijen in het hoofdgeding. Op 25 januari 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waaraan ook de Raad was verzocht deel te nemen krachtens artikel 24, tweede alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

IV.    Beoordeling

18.      Met zijn drie vragen wenst de verwijzende rechter opheldering te verkrijgen over de uitlegging van artikel 5 quindecies, leden 2 en 6, van verordening nr. 833/2014.

19.      In wezen wenst deze rechter te vernemen of de werkingssfeer van het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 de taken omvat die een notaris in een lidstaat verricht bij het verlijden van een koopakte voor onroerend goed dat eigendom is van een in Rusland gevestigde rechtspersoon. Indien dit het geval is, wenst deze rechter vervolgens te vernemen of deze taken van dat verbod kunnen worden vrijgesteld op grond van artikel 5 quindecies, lid 6, van die verordening (eerste vraag).

20.      Bovendien stelt de verwijzende rechter het Hof dezelfde vragen met betrekking tot de tolk die krachtens het nationale recht bijstand moet verlenen aan een notaris tijdens het verlijden van een akte wanneer een van de partijen de in die procedure gebruikte taal onvoldoende machtig is (tweede vraag).

21.      Ten slotte twijfelt de verwijzende rechter of voornoemd verbod en voornoemde vrijstelling van toepassing zijn op de taken die de partijen eventueel aan een notaris opdragen met het oog op de uitvoering van de koopakte nadat deze is verleden, bijvoorbeeld de koopsom in bewaring houden en uitbetalen, de bestaande inschrijvingen op het onroerend goed doorhalen en zorg dragen voor de overschrijving van het eigendomsrecht op het onroerend goed op de kopers (derde vraag).

22.      Aangezien de eerste en de derde vraag betrekking hebben op de taken die een notaris moet verrichten, en de tweede vraag de taken van een tolk betreft, zal ik eerst de eerste vraag onderzoeken, dan de derde en ten slotte de tweede.

A.      Eerste vraag

23.      In het kader van de eerste vraag van de verwijzende rechter moet worden onderzocht of het verlijden door een notaris van een koopakte voor onroerend goed dat eigendom is van een in Rusland gevestigde rechtspersoon, binnen de werkingssfeer van het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 valt en, zo ja, of die werkzaamheid van dat verbod kan worden vrijgesteld op grond van artikel 5 quindecies, lid 6, van die verordening.

1.      Verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014

24.      Artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 bepaalt dat het verboden is om direct of indirect diensten op het gebied van juridisch advies te verlenen aan in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat een van de partijen in het hoofdgeding die een beroep op notariële diensten moeten doen, een in Rusland gevestigde rechtspersoon is, zodat voor deze vraag hoofdzakelijk het begrip „diensten op het gebied van juridisch advies” in de zin van deze bepaling moet worden uitgelegd, teneinde vast te stellen of dit begrip ziet op het verlijden van een koopakte voor onroerend goed door een notaris.

25.      Volgens vaste rechtspraak vereisen de eenvormige toepassing van het Unierecht en het gelijkheidsbeginsel dat de bewoordingen van een bepaling van het Unierecht die voor de vaststelling van de betekenis en de draagwijdte ervan niet uitdrukkelijk verwijst naar het recht van de lidstaten, in de regel in de gehele Europese Unie autonoom en op eenvormige wijze worden uitgelegd.(5)

26.      In casu moet het begrip „diensten op het gebied van juridisch advies”, voor zover het enkel voorkomt in verordening nr. 833/2014 en voor de vaststelling van de betekenis en de draagwijdte ervan niet naar het recht van de lidstaten wordt verwezen, worden beschouwd als een autonoom Unierechtelijk begrip, dat dus in alle lidstaten op dezelfde wijze moet worden uitgelegd en toegepast. Het staat bijgevolg aan het Hof om daaraan in de rechtsorde van de Europese Unie een eenvormige uitlegging te geven.

27.      Bovendien heeft het Hof herhaaldelijk herinnerd aan de beginselen die bij de uitlegging van een bepaling van Unierecht moeten worden toegepast. Volgens vaste rechtspraak moet daarbij niet enkel rekening worden gehouden met de bewoordingen van die bepaling, maar ook met de context ervan en met de doelstellingen van de regeling waarvan deze bepaling deel uitmaakt.(6)

a)      Tekstuele uitlegging

28.      In het kader van de tekstuele uitlegging moet er om te beginnen op worden gewezen dat noch in artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014, noch in enige andere bepaling van die verordening een definitie van het begrip „diensten op het gebied van juridisch advies” wordt gegeven.

29.      Een toelichting betreffende dat begrip is alleen te vinden in overweging 19 van verordening 2022/1904, waarbij verordening nr. 833/2014 is gewijzigd om daarin onder meer artikel 5 quindecies, lid 2, op te nemen.

30.      Volgens die overweging 19 moet het begrip „diensten op het gebied van juridisch advies” aldus worden opgevat dat deze diensten het volgende omvatten: i) het verstrekken van juridisch advies aan cliënten in niet-contentieuze aangelegenheden, waaronder handelstransacties, die betrekking hebben op de toepassing of interpretatie van het recht; ii) deelname met of namens cliënten aan handelstransacties, onderhandelingen en andere contacten met derden, en iii) voorbereiding, uitvoering en verificatie van juridische documenten.

31.      Wat betreft de vraag of het verlijden van een akte door een notaris neerkomt op het verstrekken van juridisch advies aan cliënten in niet-contentieuze aangelegenheden, merk ik allereerst op dat vaststaat dat de authenticatie van een akte – waaronder een koopakte voor onroerend goed – er in wezen in bestaat vast te stellen dat aan alle wettelijke vereisten voor het opmaken van de betrokken akte is voldaan, alsmede dat partijen rechtsbevoegd en handelingsbekwaam zijn.

32.      Dat is de uitlegging van de procedure voor de authenticatie zoals die voortvloeit uit de rechtspraak van het Hof(7) en meer in het bijzonder uit de door de verwijzende rechter gegeven beschrijving van deze procedure in de Duitse rechtsorde. Middels authenticatie krijgt de akte belangrijke rechtsgevolgen, namelijk volledige bewijskracht en uitvoerbaarheid.(8) In het geval van een koopakte hebben deze gevolgen doorgaans betrekking op de identiteit en handelingsbekwaamheid van de partijen, de verklaringen van de partijen, de aanduiding en de kenmerken van het verkochte goed, de koopsom, de toestemming van de partijen en de datum en plaats van de authenticatie.(9)

33.      Uit de rechtspraak van het Hof volgt ook dat een akte die ter authenticatie wordt voorgelegd, moet worden opgevat als een akte waarmee de partijen vrijwillig hebben ingestemd.(10)

34.      Het Hof heeft bij zijn onderzoek naar de aard van de notariële werkzaamheden in sommige lidstaten – waaronder Duitsland(11) – immers geoordeeld dat de partijen binnen de wettelijke grenzen zelf de omvang van hun rechten en plichten bepalen. Bovendien kiezen zij vrij de bepalingen waaraan zij zich willen onderwerpen wanneer zij de notaris een akte of een overeenkomst ter authenticatie voorleggen. Voor het optreden van de notaris is, zoals het Hof heeft verklaard, dus vereist dat de partijen vooraf – en zonder inmenging van die notaris – hun instemming hebben verleend of tot wilsovereenstemming zijn gekomen.(12)

35.      Aangezien notarissen niet ingrijpen in het besluitvormingsproces van de partijen, kan de door een notaris uitgevoerde authenticatieprocedure als zodanig niet als juridisch advies worden beschouwd. In het licht van de gangbare definitie van dat begrip(13) zou de authenticatie van een akte door een notaris slechts als juridisch advies kunnen worden beschouwd, indien die notaris vanuit juridisch oogpunt advies uitbrengt over wat de partijen bijvoorbeeld moeten overeenkomen bij het vaststellen van de contractuele voorwaarden van die akte of over de voor- en nadelen van de transactie voor die partijen. De authenticatie van een akte, waarbij een notaris alleen de rechtmatigheid van de betreffende transactie bevestigt en de formule van tenuitvoerlegging aanbrengt(14), houdt echter geen juridisch advies in.

36.      Dat is zelfs het geval wanneer de notaris authenticatie weigert van een akte of een overeenkomst die de wettelijke voorwaarden niet vervult. In dergelijke gevallen heeft het Hof met name benadrukt dat het de partijen vrijstaat om na een dergelijke weigering de vastgestelde onwettigheid ongedaan te maken, de bepalingen van de betrokken akte of overeenkomst te wijzigen dan wel van die akte of overeenkomst af te zien.(15)

37.      Hieruit volgt dat de taak die een notaris vervult bij de authenticatie van een koopakte voor onroerend goed, niet onder het eerste deel van de toelichting in overweging 19 van verordening 2022/1904 valt.

38.      Een soortgelijke conclusie geldt volgens mij voor het tweede deel van die toelichting, dat – zoals reeds opgemerkt – betrekking heeft op de deelname met of namens cliënten aan handelstransacties, onderhandelingen en andere contacten met derden. Bij de authenticatie van een akte is het vanzelfsprekend dat een notaris niet samen met of als vertegenwoordiger van de partijen die om die authenticatie verzoeken, deelneemt aan transacties, onderhandelingen of contacten met derden.

39.      Wat ten slotte het derde deel van de toelichting in overweging 19 van verordening 2022/1904 betreft, dat betrekking heeft op de voorbereiding, de uitvoering en de verificatie van juridische documenten, is het juist dat dit op het eerste gezicht taken zijn die een notaris uitvoert wanneer hij een authenticatieverzoek behandelt. Toch volstaat dit mijns inziens niet om te oordelen dat de authenticatie van een koopakte door een notaris onder het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 valt.

40.      Zoals de Raad ter terechtzitting heeft aangevoerd, moet immers worden opgemerkt dat voor zover overweging 19 van verordening 2022/1904 een toelichting bevat met betrekking tot het begrip „diensten op het gebied van juridisch advies” in de zin van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014, de in die toelichting genoemde taken de essentiële elementen van dat begrip moeten omvatten. Van deze elementen is met name het „adviserende” karakter relevant.

41.      Bijgevolg moeten de taken in verband met de voorbereiding, uitvoering en verificatie van juridische documenten in de zin van overweging 19 van verordening 2022/1904 een element van juridisch advies omvatten, willen zij onder het begrip „diensten op het gebied van juridisch advies” in de zin van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 kunnen worden ondergebracht.

42.      In casu ben ik, om soortgelijke redenen als die welke zijn uiteengezet in punt 35 hierboven, niet van mening dat de voorbereiding en de verificatie die een notaris moet verrichten bij het verlijden van een koopakte voor onroerend goed, dit advieselement omvatten. Dit element is in beginsel ook niet aanwezig bij de uitvoering van een authentieke akte, waarop ik in het kader van de derde prejudiciële vraag zal ingaan.(16)

43.      In dit verband is het ten eerste inderdaad zo dat een notaris tijdens een procedure voor de authenticatie de wil van partijen moet vaststellen en in sommige gevallen hun verklaringen schriftelijk moet weergeven in een gestandaardiseerde vorm, wat kan inhouden dat een juridisch document wordt voorbereid en geverifieerd. Zoals blijkt uit de rechtspraak van het Hof, dient dit echter alleen om ervoor te zorgen dat de authentieke akte in de wettelijke vorm wordt opgemaakt(17) zodat die akte het vertrouwen van het publiek krijgt en volledig betrouwbaar en uitvoerbaar wordt. De voorbereiding en verificatie van het juridische document waarnaar in die context wordt verwezen, houdt zeker niet in dat de partijen worden geadviseerd over hoe het best wordt voldaan aan hun wensen, met name op contractueel gebied.

44.      Ten tweede moet een notaris de partijen tijdens de procedure voor de authenticatie weliswaar informeren over hun rechten en plichten en over de gevolgen die voortvloeien uit de authenticatie van de betrokken akte – zoals volgens de verwijzingsbeslissing krachtens het Duitse recht vereist is – maar die taak omvat geen adviesverstrekking om de specifieke belangen van een van de partijen of van beide partijen te bevorderen. Het is een bij wet opgelegde plicht en het doel ervan is uitleg te verschaffen zodat de partijen de gevolgen van die procedure goed begrijpen. Op die manier garanderen notarissen ook dat de partijen bij een akte met kennis van zaken beslissen om de overeenkomst te sluiten waarmee zij vooraf hebben ingestemd.

45.      Het kan zeker niet worden uitgesloten dat een notaris tijdens een procedure voor de authenticatie juridisch advies verstrekt over zaken die geen verband houden met de authenticatie, in welk geval de betrokken bepaling van toepassing zou worden. Dit is echter een element dat conceptueel gezien verschilt van de authenticatie zelf en dat door de rechter bij wie de zaak aanhangig is gemaakt slechts kan worden beoordeeld in het licht van de specifieke omstandigheden van een bepaalde zaak.

46.      Naar mijn mening valt de authenticatie door een notaris van een koopakte voor onroerend goed dus niet onder het derde deel van de toelichting in overweging 19 van verordening 2022/1904, zolang deze notaris in het kader van een procedure voor de authenticatie geen juridisch advies verstrekt over aangelegenheden die geen verband houden met de authenticatie.

47.      Daar geen van de in die overweging beschreven werkzaamheden overeenkomt met de taken die een notaris verricht bij de authenticatie van een koopakte voor onroerend goed, moet deze authenticatie bijgevolg niet worden opgevat als de verlening van diensten op het gebied van juridisch advies in de zin van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014.

48.      Hieraan zou ik willen toevoegen dat het, om tot deze conclusie te komen, irrelevant is of de lijst van werkzaamheden in overweging 19 van verordening 2022/1904 al dan niet uitputtend is. Zoals hierboven uiteengezet, moeten deze werkzaamheden een adviserend karakter hebben, wat volgens de beoordeling die ik het Hof in overweging geef, niet het geval is bij het verlijden van een akte.

49.      Bovendien is het om diezelfde reden irrelevant of de procedure voor de authenticatie kan worden beschouwd als een „dienst” in de zin van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014.(18) Aangezien in deze bepaling sprake is van „diensten op het gebied van juridisch advies” en niet van „juridische diensten”, is het daarin vervatte verbod alleen van toepassing op diensten die adviesverstrekking inhouden, wat – nogmaals – naar mijn mening niet het geval is bij de authenticatietaken die door notarissen worden uitgevoerd.

50.      Gelet op de voorgaande overwegingen brengt een tekstuele uitlegging van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014, gelezen in het licht van overweging 19 van verordening 2022/1904, mij tot de conclusie dat de door een notaris verrichte authenticatieprocedure niet onder het in dat artikel vervatte verbod valt, tenzij de notaris, naast die authenticatie, ook juridisch advies verstrekt.

b)      Contextuele uitlegging

51.      Een tekstuele uitlegging van een bepaling van het Unierecht, dus louter aan de hand van de bewoordingen ervan, kan worden heroverwogen, en wel nadat die bepaling in haar context is geplaatst en is uitgelegd in het licht van dit recht in zijn geheel.(19)

52.      In de onderhavige zaak moet het Hof oordelen over de vraag of de tekstuele lezing van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014, zoals voorgesteld in de voorgaande punten van deze conclusie, vanuit het oogpunt van de systematische samenhang verder wordt ondersteund, wanneer die bepaling wordt onderzocht in het licht van andere relevante artikelen van die verordening en andere Uniewetgeving waarbij beperkende maatregelen worden opgelegd aan in Rusland gevestigde rechtspersonen. Het Hof moet ook nagaan of de voorgestelde tekstuele uitlegging correct is in het licht van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”).

53.      Allereerst merk ik met betrekking tot de interne samenhang van verordening nr. 833/2014 op dat het op grond van artikel 5 bis bis, lid 1, van verordening nr. 833/2014 in wezen verboden is om direct of indirect transacties aan te gaan met rechtspersonen die niet alleen in Rusland zijn gevestigd, maar ook eigendom zijn van of worden gecontroleerd door de Russische Staat of nauwe banden hebben met die staat of met de rechtspersonen die zijn opgenomen in bijlage XIX bij die verordening.

54.      Daarentegen verbiedt noch artikel 5 bis bis, lid 1, van verordening nr. 833/2014, noch enige andere bepaling daarvan dat een transactie wordt aangegaan met een in Rusland gevestigde rechtspersoon die geen banden heeft met de Russische Staat of die niet actief is in de economische sectoren die specifiek onder die verordening vallen. Geen enkele bepaling van die verordening voorziet uitdrukkelijk in een verbod voor in Rusland gevestigde rechtspersonen om te beschikken over hun onroerende goederen die zich op het grondgebied van de Europese Unie bevinden.

55.      Zoals de meerderheid van de partijen ter terechtzitting heeft betoogd, kan artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 om redenen van samenhang derhalve moeilijk aldus worden uitgelegd dat het de door notarissen verrichte authenticatieprocedure – in het kader van een overdracht van eigendom door in Rusland gevestigde rechtspersonen – verbiedt, terwijl tegelijkertijd op geen enkele wijze wordt beperkt hoe die rechtspersonen over hun onroerende goederen kunnen beschikken.

56.      In dit verband mag niet uit het oog worden verloren dat de notariële authenticatie van de koopakte, met name in de lidstaten die een notariaat naar continentaal model hebben, een essentiële voorwaarde is om over onroerende goederen te beschikken.(20)

57.      Dat is met name het geval voor de Duitse rechtsorde, die – zoals blijkt uit het arrest Commissie/Duitsland(21) – voor wat betreft de verwerving en de overdracht van het eigendomsrecht op onroerend goed vereist dat de akte ter bevestiging van de overdracht van de eigendomsrechten door de notaris wordt verleden opdat die overdracht in het kadaster kan worden ingeschreven.

58.      In die lidstaten is notariële authenticatie namelijk vereist om een inschrijving in het kadaster mogelijk te maken teneinde de juistheid van deze inschrijving te waarborgen en aldus de rechtszekerheid van vastgoedtransacties te garanderen en, meer in het algemeen, een goede rechtsbedeling te beschermen.(22) Tegelijkertijd zijn het kadaster en de goede werking ervan van doorslaggevend belang, aangezien de afdwingbaarheid van de rechten van de nieuwe verkrijger afhankelijk is van inschrijving in dat kadaster.(23)

59.      Vanuit systematisch oogpunt volgt daar derhalve uit dat, voor zover i) de door een notaris verrichte authenticatie in bepaalde lidstaten een essentiële voorwaarde is voor de overdracht van onroerende goederen, en ii) die overdracht niet uitdrukkelijk door verordening nr. 833/2014 wordt verboden voor in Rusland gevestigde rechtspersonen die niet worden gecontroleerd door of eigendom zijn van de Russische Staat of nauwe banden hebben met die staat, die authenticatie niet moet worden geacht te zijn verboden op grond van artikel 5 quindecies, lid 2, van die verordening. Anders zou de toepassing van die verordening een onsamenhangend resultaat opleveren, namelijk dat bepaalde soorten transacties worden toegestaan terwijl de enige manier om deze uit te voeren wordt verboden.(24)

60.      Een soortgelijke conclusie kan naar mijn mening worden getrokken vanuit een breder contextueel perspectief, in het bijzonder wanneer rekening wordt gehouden met het andere – in de huidige context relevante – Unierechtelijke instrument waarbij beperkende maatregelen worden opgelegd aan in Rusland gevestigde rechtspersonen, namelijk verordening (EU) nr. 269/2014(25). In die verordening zijn maatregelen tot bevriezing van tegoeden vastgesteld met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen.

61.      Meer in het bijzonder bepaalt artikel 2, lid 1, van die verordening dat alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van alle in bijlage I bij die verordening vermelde natuurlijke personen of met hen verbonden natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen moeten worden bevroren.

62.      Zoals de Duitse regering heeft opgemerkt, komt de rechtspersoon waarop de bij de verwijzende rechter aanhangige procedure betrekking heeft, in casu niet voor op de lijst in die bijlage, wat betekent dat geen van de in die verordening vastgestelde maatregelen tot bevriezing van tegoeden op hem van toepassing was. Indien de Raad had willen verbieden dat die rechtspersoon over zijn tegoeden en activa zou beschikken, had hij gebruik kunnen maken van hetzelfde soort maatregelen die zijn getroffen ten aanzien van de in die lijst opgenomen rechtspersonen of entiteiten.

63.      Derhalve geldt dat een uitlegging van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 volgens welke het de authenticatie van een koopakte voor onroerend goed door een notaris verbiedt, terwijl deze authenticatie een essentiële voorwaarde is voor de inschrijving in het kadaster van een lidstaat, de betrokken rechtspersoon elke mogelijkheid zou ontnemen om over zijn activa te beschikken en hem in een soortgelijke situatie zou plaatsen als de rechtspersonen die in bijlage I bij verordening nr. 269/2014 zijn opgenomen. Naar mijn mening lijkt deze uitlegging niet te stroken met de bedoeling van de Raad.

64.      Hieruit volgt dat inconsistenties tussen de twee verordeningen slechts kunnen worden vermeden door de uitlegging volgens welke de authenticatie van een koopakte voor onroerend goed waarbij een in Rusland gevestigde rechtspersoon betrokken is, niet verboden is op grond van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014.

65.      Tot slot is het van belang erop te wijzen dat, voor zover een uitlegging volgens welke de procedure voor de authenticatie neerkomt op een dienst op het gebied van juridisch advies ertoe zou leiden dat in Rusland gevestigde rechtspersonen niet over hun onroerende goederen kunnen beschikken, een dergelijke uitlegging per definitie(26) zou resulteren in een beperking van hun in artikel 17, lid 1, van het Handvest verankerde grondrecht op eigendom. Volgens de eerste volzin van dat artikel heeft eenieder het recht de goederen die hij rechtmatig heeft verkregen, in eigendom te bezitten, te gebruiken, erover te beschikken en te vermaken.

66.      Artikel 52, lid 1, van het Handvest bepaalt echter dat beperkingen op de uitoefening van de erin erkende rechten en vrijheden in de eerste plaats bij wet moeten worden gesteld. In casu zou, zoals de Finse regering betoogt, niet aan dit vereiste zijn voldaan, aangezien geen van de bepalingen van verordening nr. 833/2014 het alle in Rusland gevestigde rechtspersonen uitdrukkelijk verbiedt om over hun onroerende goederen te beschikken.

67.      Bijgevolg is een uitlegging die ertoe leidt dat de notariële authenticatie van een koopakte voor onroerend goed op grond van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 verboden is – en dus dat de eigendomsrechten van in Rusland gevestigde rechtspersonen worden beperkt – ook onverenigbaar met artikel 17, lid 1, van het Handvest, gelezen in samenhang met artikel 52, lid 1, ervan.

68.      Gelet op de voorgaande overwegingen voert de contextuele uitlegging van verordening nr. 833/2014 niet tot een andere conclusie dan die welke volgt uit de tekstuele lezing van artikel 5 quindecies, lid 2, van die verordening, zoals uiteengezet in punt 50 van deze conclusie. De contextuele uitlegging ondersteunt juist de opvatting dat de door een notaris verrichte authenticatieprocedure, met name met betrekking tot een koopakte voor onroerend goed, niet onder het in die bepaling opgelegde verbod valt.

69.      Daaraan moet ik kort toevoegen dat het niet uitmaakt dat de Commissie in haar richtsnoer betreffende de uitvoering van verordening nr. 833/2014(27) heeft verklaard dat notariële werkzaamheden onder het begrip „diensten op het gebied van juridisch advies” vallen. De Commissie erkent in dat richtsnoer terecht dat alleen het Hof bevoegd is om de verordeningen op het gebied van beperkende maatregelen van de Unie uit te leggen, wat betekent dat het richtsnoer op geen enkele wijze bepalend kan zijn voor de uitkomst van mijn analyse betreffende de juiste uitlegging die moet worden gegeven aan artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014.

c)      Teleologische uitlegging

70.      Tot slot moet met betrekking tot de vraag of mijn voorgestelde tekstuele lezing van verordening nr. 833/2014 in overeenstemming is met de doelstellingen van die verordening, in herinnering worden gebracht dat verordening 2022/1904 – waarbij verordening nr. 833/2014 is gewijzigd om daarin onder meer artikel 5 quindecies, lid 2, op te nemen – is vastgesteld gezien de ernst van de situatie in Oekraïne, nadat besluit (GBVB) 2022/1909(28) was vastgesteld. In dat besluit zijn de opeenvolgende gebeurtenissen beschreven die de Raad ertoe hebben aangezet verdere beperkende maatregelen in te voeren(29) en die hebben geleid tot het „achtste pakket sancties”(30). Zoals in overweging 8 van besluit 2022/1909 is verklaard, zijn deze nieuwe maatregelen hoofdzakelijk ingevoerd als reactie op de illegale acties van Rusland en om de druk op Rusland op te voeren om een einde te maken aan zijn aanvalsoorlog.

71.      Opgemerkt zij evenwel dat in besluit 2022/1909 – en dus ook in verordening 2022/1904 – geen concrete uitleg wordt gegeven wat betreft het verbod op de verlening van diensten op het gebied van juridisch advies om de beperking van de verlening van die diensten aan in Rusland gevestigde rechtspersonen te rechtvaardigen. Evenmin kan bijvoorbeeld een uitleg worden gevonden wat betreft het verbod op de verlening van andere diensten die onder artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 vallen – te weten architectuur- en ingenieursdiensten en IT-adviesdiensten – of onder artikel 5 quindecies, lid 1, van die verordening(31) – te weten onder meer accountancy-, audit-, boekhoudkundige of belastingadviesdiensten.

72.      Partijen zijn het erover eens dat het verbod op deze bedrijfsrelevante diensten deel uitmaakt van de algemene doelstelling om de Russische economische en industriële basis, met name de militair-industriële infrastructuur, strategisch te verzwakken teneinde ervoor te zorgen dat de Russische Federatie de oorlog niet verder kan financieren en voeren. Zij zijn het er daarentegen niet over eens of die algemene doelstelling ook het doel inhield om alle vormen van transacties met louter in Rusland gevestigde rechtspersonen te verbieden, dan wel het doel om economische activiteiten in de Europese Unie voor die rechtspersonen moeilijker te maken.

73.      Anders dan de Nederlandse en de Estse regering stellen, is het mijns inziens om de reeds in de contextuele analyse van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 uiteengezette redenen duidelijk dat met de vaststelling van besluit 2022/1909 en verordening 2022/1904 geen absoluut verbod op handelstransacties met in Rusland gevestigde rechtspersonen werd beoogd. Dit absolute verbod gold alleen voor specifieke economische sectoren en voor specifieke entiteiten die nauwe banden hebben met de Russische Staat. Overweging 10 van besluit 2022/1909 is in dat opzicht expliciet, aangezien daarin wordt verwezen naar het verbod op alle transacties, doch uitsluitend met betrekking tot „bepaalde” rechtspersonen, entiteiten of lichamen die in het bezit zijn of onder controle staan van de Russische overheid.(32)

74.      Uitgaande van de veronderstelling dat het in artikel 5 quindecies, leden 1 en 2, van verordening nr. 833/2014 opgenomen verbod op de verlening van bedrijfsrelevante diensten is ingevoerd als middel om de Russische economie schade toe te brengen, kan vervolgens in de eerste plaats worden geconcludeerd dat de Raad van oordeel was dat die economie in hoge mate afhankelijk was van de invoer van die diensten door Europese ondernemingen en bedrijven.(33) Notariële werkzaamheden kunnen evenwel niet worden ingevoerd, wat betekent dat het verlijden door een notaris van een koopakte voor onroerend goed dat op het grondgebied van de Unie is gelegen, niet van invloed is op dat doel.

75.      In de tweede plaats moet erop worden gewezen dat de Raad in besluit 2022/1909 uitdrukking heeft gegeven aan enkele belangrijke punten van zorg waaronder, met name in overweging 5, de noodzaak om verder te voorkomen dat de sancties tegen Russische entiteiten worden omzeild.(34) Gelezen in het licht van die overweging moet het verbod op de verlening van diensten op het gebied van juridisch advies, dat een van de belangrijkste normatieve nieuwigheden is die bij besluit 2022/1909 zijn ingevoerd, ook worden begrepen als een manier om te voorkomen dat verleners van juridische diensten Russische entiteiten met hun adviesverstrekking helpen de gevolgen van Uniesancties te omzeilen. Mijns inziens is het echter duidelijk dat de notariële authenticatie van een koopakte, voor zover handelstransacties met louter in Rusland gevestigde rechtspersonen niet door verordening nr. 833/2014 worden verboden, geen afbreuk doet aan – en evenmin bijdraagt tot de omzeiling van – de gevolgen van de beperkende maatregelen die de Raad in de huidige context heeft vastgesteld.

76.      Indien – ten slotte – wordt aangenomen dat de Raad het verbod op de verlening van diensten op het gebied van juridisch advies heeft vastgesteld om schade toe te brengen aan de economie van Rusland, dan is dat omdat het zonder deze diensten voor de Russische entiteiten die op het grondgebied van de Europese Unie actief zijn, moeilijker zou zijn om hun commerciële activiteiten op dat grondgebied te blijven uitvoeren. In dat opzicht is het besluit van een in Rusland gevestigde rechtspersoon om een onroerend goed in de Europese Unie af te stoten en daarbij een notaris in de arm te nemen voor de authenticatie van de koopakte, in feite de beste aanwijzing dat die rechtspersoon een einde maakt aan zijn activiteiten op het grondgebied van de Unie en afstand doet van de economische voordelen die deze activiteiten kunnen opleveren. Vanuit dat oogpunt staat de tussenkomst van de notaris bij die transactie niet haaks op de door de Raad nagestreefde doelstelling om de Russische economische basis te verzwakken.

77.      Bijgevolg is de uitlegging volgens welke de authenticatie van een koopakte door een notaris geen „dienst op het gebied van juridisch advies” in de zin van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 vormt, niet in strijd met de doelstellingen van besluit 2022/1909, zoals vervolgens uitgevoerd bij verordening 2022/1904. Die uitlegging bevestigt veeleer de tekstuele uitlegging van dat artikel die ik het Hof in overweging geef.

78.      Uit de overwegingen hierboven volgt dat geen van de in de voorgaande punten onderzochte beginselen voor de uitlegging van het Unierecht tot de conclusie leidt dat het verlijden door een notaris van een koopakte voor onroerend goed een dienst op het gebied van juridisch advies in de zin van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 vormt.

79.      Derhalve kan mijns inziens niet worden geoordeeld dat deze authenticatie verboden is op grond van deze bepaling.

2.      Vrijstelling van artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014

80.      Gelet op mijn eerdere slotsom geef ik slechts ter wille van de volledigheid nog kort mijn standpunt weer over de vraag of het verlijden van een koopakte voor onroerend goed hoe dan ook van het verbod kan worden vrijgesteld op grond van artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014.

81.      Volgens die bepaling is het in artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 vastgestelde verbod op de verlening van diensten op het gebied van juridisch advies aan in Rusland gevestigde rechtspersonen niet van toepassing op de verlening van diensten die strikt noodzakelijk zijn om de toegang tot gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedures te waarborgen, op voorwaarde dat de verlening van dergelijke diensten in overeenstemming is met de doelstellingen van die verordening en van verordening nr. 269/2014.(35)

82.      Artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014 vereist dus dat voor de toepassing van de daarin vervatte vrijstelling aan drie voorwaarden wordt voldaan: ten eerste moet de betrokken toegang betrekking hebben op gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedures, ten tweede moeten de onderzochte diensten op het gebied van juridisch advies strikt noodzakelijk zijn om die toegang te waarborgen en ten derde mogen die diensten geen afbreuk doen aan de door verordening nr. 833/2014 en verordening nr. 269/2014 nagestreefde doelen.

83.      Wat de eerste van deze drie voorwaarden betreft, heb ik er al op gewezen dat het kadaster volgens het Hof van doorslaggevend belang is voor de overdracht van onroerende goederen, met name in de lidstaten die een notariaat naar continentaal model hebben.(36) In wezen kunnen de rechten van de nieuwe eigenaar alleen aan de hand van een inschrijving in het kadaster worden vastgesteld en afdwingbaar worden gemaakt.

84.      Wanneer het bijhouden van het kadaster in een lidstaat is toevertrouwd aan de plaatselijke rechterlijke instanties en wordt geregeld door een gerechtelijk reglement, moet die registratie bovendien worden geacht te vallen onder het begrip „gerechtelijke procedure” in de zin van artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014. Zelfs indien de procedures betreffende het kadaster, niettegenstaande de bevoegdheid van deze rechterlijke instanties, niet als gerechtelijk zouden worden beschouwd, zouden zij hoe dan ook als administratief moeten worden aangemerkt. Dat zou ook het geval zijn in rechtsstelsels waar het kadaster deel uitmaakt van de overheid van de lidstaat zelf.(37)

85.      In de omstandigheden van een zaak die vergelijkbaar is met die in het hoofdgeding, zou dus aan de eerste voorwaarde zijn voldaan, aangezien uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat al deze elementen aanwezig zijn.

86.      Wat betreft de tweede voorwaarde van artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014 met betrekking tot de strikte noodzakelijkheid van de onderzochte diensten om de toegang tot gerechtelijke of administratieve procedures te waarborgen, is het belangrijkste kenmerk van die voorwaarde gebaseerd op het feit dat die diensten essentieel zijn voor het doel van die procedures. In het geval van de door een notaris verrichte authenticatieprocedure moet worden aangenomen dat aan deze voorwaarde is voldaan indien een dergelijke authenticatie ten eerste alleen door deze beroepsbeoefenaren kan worden verricht en ten tweede een dwingend vereiste is voor een inschrijving in het kadaster.(38)

87.      Dit zou wederom gelden in bijvoorbeeld een zaak die vergelijkbaar is met die in het hoofdgeding, waarin notarissen volgens de door de verwijzende rechter in de verwijzingsbeslissing gegeven toelichtingen de uitsluitende bevoegdheid hebben om zowel authentieke akten voor transacties tussen particulieren op te maken als onderhandse akten te authenticeren.(39) Tegelijkertijd is het kadaster alleen toegankelijk indien een transactie tussen particulieren is geauthenticeerd(40), wat inhoudt dat volledig is voldaan aan het criterium van strikte noodzakelijkheid.

88.      Wat ten slotte de derde voorwaarde van artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014 betreft, merk ik in overeenstemming met de in de vorige punten van deze conclusie uitgevoerde teleologische analyse kortweg op dat de vrijstelling van de procedure voor de authenticatie van een koopakte met betrekking tot een in Rusland gevestigde rechtspersoon geen afbreuk doet aan de doelstellingen die door die verordening of door verordening nr. 269/2014 worden nagestreefd, uiteraard ervan uitgaande dat de rechtspersoon die de transactie aangaat, niet in de lijst van laatstgenoemde verordening is opgenomen of geen van de in artikel 5 bis bis, lid 1, van verordening nr. 833/2014 vermelde banden heeft.

89.      Hieruit volgt dat de authenticatie van een koopakte door een notaris in het kader van een transactie waarbij een in Rusland gevestigde rechtspersoon betrokken is, voldoet aan de drie voorwaarden voor de toepassing van artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014. Mocht het Hof van oordeel zijn dat deze authenticatie onder het verbod van lid 2 van dat artikel valt, dan dient deze authenticatie bijgevolg nog steeds te worden vrijgesteld op grond van lid 6 ervan.

B.      Derde vraag

90.      Met zijn derde vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of artikel 5 quindecies, leden 2 en 6, van verordening nr. 833/2014 een notaris verbiedt om een koopakte voor onroerend goed dat eigendom is van een in Rusland gevestigde rechtspersoon, uit te voeren nadat deze is verleden. De verwijzende rechter stelt deze vraag in het bijzonder met betrekking tot drie taken die de partijen aan de notaris kunnen opdragen, namelijk de koopsom in bewaring houden en uitbetalen, de bestaande inschrijvingen op het onroerend goed doorhalen en zorg dragen voor de overschrijving in het kadaster van het eigendomsrecht op de kopers.

91.      Zoals blijkt uit de punten 30 en 39 van deze conclusie, is in overweging 19 van verordening 2022/1904 verklaard dat het begrip „diensten op het gebied van juridisch advies” de uitvoering van juridische documenten omvat. Deze taak kan echter niet onder artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 worden ondergebracht, tenzij deze een advieselement omvat, dat bijgevolg de maatstaf wordt aan de hand waarvan deze vraag van de verwijzende rechter moet worden geanalyseerd.

92.      Tevens wil ik eraan herinneren dat het de lidstaten volgens de rechtspraak van het Hof op grond van het beginsel van procedurele autonomie vrijstaat om regels vast te stellen betreffende de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen en om notarissen daarin een rol toe te kennen.(41) Derhalve kan de nationale wetgever aan notarissen de verantwoordelijkheid toevertrouwen om bepaalde taken te verrichten voor de uitvoering van een akte nadat deze is geauthenticeerd.

93.      Bovendien zij opgemerkt dat het feit dat de uitvoeringstaken waarop de onderhavige vraag betrekking heeft, bijvoorbeeld door de partijen zelf of zelfs door derden kunnen worden verricht, niet relevant is om te bepalen of die taken verboden zijn op grond van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014. Terwijl het criterium van de strikte noodzakelijkheid de kern vormt van de toepassing van de vrijstelling van artikel 5 quindecies, lid 6, van die verordening, is dat niet het geval voor het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, ervan, waarbij de analyse gericht moet zijn op de vraag of een bepaalde taak al dan niet juridisch advies vormt.

94.      Ook al is de door de verwijzende rechter verstrekte informatie niet bepaald uitputtend, het is in casu volgens mij moeilijk om strikt genomen een element van juridisch advies te herkennen in de door deze rechter genoemde concrete taken voor de uitvoering van de koopakte voor onroerend goed. Die taken vormen in feite de stappen die automatisch volgen op het verlijden van die akte.

95.      Met name kan de taak betreffende de bewaring en uitbetaling van de koopsom niet worden beschouwd als een dienst op het gebied van juridisch advies, aangezien de rol van de notaris beperkt is tot het beschermen van de koopsom die namens de koper wordt bewaard en tot het uitbetalen van die som aan de verkoper. Het Hof heeft in dit verband zelfs verklaard dat de notaris in het kader van het notariële depot enkel hoeft na te gaan of aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.(42)

96.      Deze redenering geldt ook voor de overschrijving in het kadaster van het eigendomsrecht op de nieuwe eigenaren, waarbij de authentieke akte slechts naar het kadaster moet worden verzonden of hoogstens, zoals in het Duitse systeem, een verzoek moet worden ingediend als een louter formeel vereiste.(43)

97.      Ten slotte lijkt ook de doorhaling van de bestaande inschrijvingen op het onroerend goed geen taak te zijn die onder de categorie van diensten op het gebied van juridisch advies valt. Voor een dergelijke doorhaling hoeft in de regel slechts een verzoek aan het kadaster te worden gericht, vergezeld van een verklaring van instemming van de begunstigde van die inschrijving ten overstaan van een notaris.(44)

98.      Hieruit volgt dat de taken die een notaris op zich neemt om uitvoering te geven aan een koopakte voor onroerend goed dat eigendom is van een in Rusland gevestigde rechtspersoon, nadat deze akte is verleden, niet onder het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 vallen.

99.      Gelet op het gebrek aan specifieke informatie over deze taken en over de wijze waarop zij in het Duitse stelsel worden verricht, staat het evenwel aan de verwijzende rechter om, rekening houdend met de bijzonderheden van het hoofdgeding, te bepalen of deze taken kunnen worden verricht zonder enig juridisch advies aan de partijen te verstrekken.

100. Wat artikel 5 quindecies, lid 6, van verordening nr. 833/2014 betreft, kan worden volstaan met de opmerking dat, aangezien die taken niet alleen kunnen worden verricht door notarissen, maar ook door andere actoren, waaronder de bij de koopakte betrokken partijen, niet aan het voormelde noodzakelijkheidscriterium is voldaan. Mocht het Hof in die omstandigheden van oordeel zijn dat de taken die een notaris verricht voor de uitvoering van een koopakte voor onroerend goed onder het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 vallen, dan denk ik niet dat die taken kunnen worden vrijgesteld op grond van artikel 5 quindecies, lid 6, ervan.

C.      Tweede vraag

101. Met zijn tweede vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of het verbod van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014 van toepassing is op de diensten van een tolk die de vertegenwoordiger van een in Rusland gevestigde entiteit bijstaat in het kader van de procedure voor de authenticatie.

102. De tussenkomst van een tolk in het kader van het verlijden van een koopakte voor onroerend goed dient twee belangrijke doelen.

103. Ten eerste verleent de tolk bijstand door gesprekken tussen een persoon en een notaris te vertalen en door de essentiële informatie van de te verlijden akten te vertalen in de gevraagde taal. Deze taak waarborgt de eerbiediging van het recht op informatie tijdens de procedure voor de authenticatie, in het bijzonder voor de persoon die de bijstand van een tolk nodig heeft.

104. Ten tweede zorgt een tolk ervoor dat de mondelinge communicatie tussen de notaris en de partijen doeltreffend verloopt. Zoals besproken(45), vormt de authentieke akte het volledige bewijs van de feiten en verklaringen die door de notaris worden geauthenticeerd. Deze feiten zijn gebaseerd op de persoonlijke kennis van de notaris die is verkregen uit de mondelinge uitwisselingen met de partijen. De notaris moet zeker zijn van de bedoelingen van de partijen en in sommige gevallen hun verklaringen duidelijk en ondubbelzinnig schriftelijk vastleggen. Deze taken maken deel uit van de controle van de wettigheid door een notaris, aangezien zij bedoeld zijn om vast te stellen of de overeenkomst een onwettig of oneerlijk doel heeft, in welk geval de notaris de authenticatie moet weigeren.

105. Het is duidelijk dat de vertolking het mogelijk maakt om de wettelijke voorwaarden voor de authenticatie van de akte te verifiëren, wat betekent dat het ontbreken van vertolking de authenticatie zelf zou belemmeren. Daarom is vertolking, ook al betreft het een bijkomstige dienst waarmee louter bijstand wordt verleend bij de procedure voor de authenticatie, essentieel om de procedure doeltreffend uit te voeren.

106. Mijns inziens valt de bijstand van een tolk echter niet binnen de werkingssfeer van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014. Sterker nog, ik betwijfel sterk dat vertolking – ondanks het verband met de authenticatie zelf – als juridische dienst kan worden aangemerkt, aangezien het beroep van tolk per definitie niet juridisch van aard is, zelfs wanneer bijstand wordt verleend bij de voorbereiding van juridische documenten. De rol van een tolk bestaat erin de woorden van de ene persoon mondeling en nauwkeurig over te brengen in de taal van een andere persoon, wat neerkomt op een communicatiedienst, ongeacht de inhoud die wordt overgebracht.

107. Kortom, ik ben van mening dat de werkzaamheden van een tolk in het kader van een procedure voor de authenticatie niet kunnen worden beschouwd als „diensten op het gebied van juridisch advies” in de zin van artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014, en dus niet binnen de werkingssfeer van die bepaling vallen.

V.      Conclusie

108. Op grond van de voorgaande analyse geef ik het Hof in overweging om de prejudiciële vragen van het Landgericht Berlin te beantwoorden als volgt:

„1)      Artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren

moet aldus worden uitgelegd dat

de authenticatie door een notaris van een koopakte voor onroerend goed dat eigendom is van een in Rusland gevestigde rechtspersoon niet onder het in die bepaling vastgelegde verbod valt, mits die rechtspersoon overeenkomstig die verordening transacties mag aangaan en bij de authenticatie niet tevens juridisch advies wordt verstrekt, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.

2)      Artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014

moet aldus worden uitgelegd dat

de diensten die een tolk verleent in het kader van de authenticatie door een notaris van een koopakte voor onroerend goed dat eigendom is van een in Rusland gevestigde rechtspersoon, niet onder het in die bepaling vastgelegde verbod vallen.

3)      Artikel 5 quindecies, lid 2, van verordening nr. 833/2014

moet aldus worden uitgelegd dat

de uitvoering door een notaris van een geauthenticeerde koopakte voor onroerend goed dat eigendom is van een in Rusland gevestigde rechtspersoon, welke uitvoering in het bijzonder bestaat in de bewaring en de uitbetaling van de koopsom, de doorhaling van de bestaande inschrijvingen op het onroerend goed en de overschrijving in het kadaster van het eigendomsrecht op de nieuwe eigenaren, niet binnen de werkingssfeer van het in die bepaling vastgelegde verbod valt, mits die rechtspersoon overeenkomstig die verordening transacties mag aangaan en die taken geen juridisch advies omvatten, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.”


1      Oorspronkelijke taal: Engels.


i      Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.


2      Verordening van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB 2014, L 229, blz. 1).


3      Verordening van de Raad van 6 oktober 2022 tot wijziging van verordening nr. 833/2014 (PB 2022, L 259 I, blz. 3).


4      „Richtsnoer betreffende de uitvoering van verordening nr. 833/2014”, beschikbaar op https://finance.ec.europa.eu/publications/provision-services_en, blz. 14 en 15.


5      Arrest van 29 februari 2024, JF (Latere godsdienstige bekering) (C‑222/22, EU:C:2024:192, punt 25 en aldaar aangehaalde rechtspraak).


6      Arrest van 22 februari 2024, Landkreis Jerichower Land (C‑85/23, EU:C:2024:161, punt 30 en aldaar aangehaalde rechtspraak).


7      Zie in verband met de Duitse rechtsorde arrest van 24 mei 2011, Commissie/Duitsland (C‑54/08, EU:C:2011:339, punten 18 en 90). Zie ook arresten van 24 mei 2011, Commissie/België (C‑47/08, EU:C:2011:334, punten 14 en 89), Commissie/Frankrijk (C‑50/08, EU:C:2011:335, punten 10 en 79), Commissie/Luxemburg (C‑51/08, EU:C:2011:336, punten 13 en 89), Commissie/Oostenrijk (C‑53/08, EU:C:2011:338, punten 17 en 88), Commissie/Griekenland (C‑61/08, EU:C:2011:340, punten 15 en 81); alsook van 1 december 2011, Commissie/Nederland (C‑157/09, EU:C:2011:794, punten 9 en 62), en 10 september 2015, Commissie/Letland (C‑151/14, EU:C:2015:577, punt 57).


8      Zie onder meer arrest van 24 mei 2011, Commissie/Duitsland (C‑54/08, EU:C:2011:339, punten 90 en 91).


9      Zie ter illustratie Council of the Notariats of the European Union, Authentic Acts in Europe, beschikbaar op http://www.authentic-acts.eu/.


10      Arrest van 24 mei 2011, Commissie/Duitsland (C‑54/08, EU:C:2011:339, punt 91).


11      Zie voetnoot 7 van deze conclusie.


12      Arrest van 24 mei 2011, Commissie/Duitsland (C‑54/08, EU:C:2011:339, punt 91).


13      Zie bijvoorbeeld de definitie van het begrip „advice” (advies) in de Cambridge Advanced Learner’s Dictionary, beschikbaar op https://dictionary.cambridge.org/dictionary/english/advice.


14      Arrest van 1 februari 2017, Commissie/Hongarije (C‑392/15, EU:C:2017:73, punt 126).


15      Arrest van 24 mei 2011, Commissie/Duitsland (C‑54/08, EU:C:2011:339, punt 99).


16      Zie de punten 90‑100 van deze conclusie.


17      Arrest van 24 mei 2011, Commissie/Duitsland (C‑54/08, EU:C:2011:339, punt 90).


18      Zie ook overweging 19 van verordening 2022/1904, waarin wordt verwezen naar werkzaamheden met betrekking tot „klanten” en/of „cliënten”.


19      Arrest van 6 oktober 1982, Cilfit e.a. (283/81, EU:C:1982:335, punt 20).


20      Zie in dat verband arrest van 9 maart 2017, Piringer (C‑342/15, EU:C:2017:196, punt 58).


21      Arrest van 24 mei 2011 (C‑54/08, EU:C:2011:339, punt 25).


22      Zie in dat verband arrest van 9 maart 2017, Piringer (C‑342/15, EU:C:2017:196, punt 59).


23      Ibidem, punt 58.


24      In dit verband moet ik kort opmerken dat de vorige overweging alleen van toepassing is op lidstaten waar een notariële tussenkomst is voorgeschreven voor de overdracht van het eigendomsrecht op een onroerend goed. Met betrekking tot lidstaten waar dat niet het geval is, volstaat het op te merken dat, aangezien deze situatie in casu niet aan de orde is, een dergelijke analyse in voorkomend geval alleen moet worden verricht in het kader van een specifiek verzoek om een prejudiciële beslissing betreffende die specifieke stelsels.


25      Verordening van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2014, L 78, blz. 6).


26      Zie in dat verband arrest van 30 juli 1996, Bosphorus (C‑84/95, EU:C:1996:312, punt 22).


27      Zie voetnoot 4 van deze conclusie.


28      Besluit van de Raad van 6 oktober 2022 tot wijziging van besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB 2022, L 259 I, blz. 122).


29      Overwegingen 1‑9 van besluit 2022/1909.


30      Zie het persbericht van 6 oktober 2022, „Oekraïne: EU neemt achtste pakket sancties tegen Rusland aan”, beschikbaar op https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_22_5989.


31      Dit artikel was aanvankelijk in verordening nr. 833/2014 ingevoegd bij verordening (EU) 2022/879 van de Raad van 3 juni 2022 (PB 2022, L 153, blz. 53), naar aanleiding van het „zesde pakket sancties”.


32      Zie ook overweging 16 van verordening 2022/1904.


33      Zie overweging 12 van besluit 2022/1909, waarin wordt verklaard dat het passend is het bestaande verbod op het verlenen van bepaalde diensten „aan de Russische Federatie” uit te breiden. Zie in dat verband ook: Raad van de Europese Unie, „Welke diensten mogen niet langer worden geleverd aan Rusland?” in De EU-sancties tegen Rusland uitgelegd, beschikbaar op https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/sanctions/restrictive-measures-against-russia-over-ukraine/sanctions-against-russia-explained/#services.


34      Zie artikel 12 van verordening nr. 833/2014. Zie ook Europese Commissie, Vragen en antwoorden over het achtste pakket beperkende maatregelen tegen Rusland, beschikbaar op https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/qanda_22_5990.


35      Zie ook overweging 19 van verordening 2022/1904.


36      Zie punt 58 van deze conclusie.


37      Zie Europese vereniging van kadasters, verantwoordelijk agentschap, beschikbaar op https://www.elra.eu/facts-sheets/description-of-land-registration-systems/responsible-agency/.


38      Zie de punten 56‑58 van deze conclusie.


39      Zie ook Malavet, P. A., „Counsel for the situation: The Latin notary, a historical and comparative model”, Hastings International and Comparative Law Review, deel 19(3), 1996, blz. 455.


40      Zie ook Wilsch, H., „The German, Grundbuchordnung’: History, principles and future about land registry in Germany”, Fachbeitrag, deel 137, 2012, blz. 228.


41      Zie in die zin arrest van 1 oktober 2015, ERSTE Bank Hungary (C‑32/14, EU:C:2015:637, punt 49 en aldaar aangehaalde rechtspraak).


42      Arrest van 1 februari 2017, Commissie/Hongarije (C‑392/15, EU:C:2017:73, punt 118).


43      Wat het Duitse systeem betreft, zie Wilsch, H., op. cit., blz. 227, en Christian, H., en Hartmut, W., „Real property law and procedure in the European Union – National report: Germany”, European University Institute, 2005, blz. 11 en 14.


44      Zie bijvoorbeeld Bondsministerie van Binnenlandse Zaken en Gemeenschap, „Lasten und Beschränkungen im Grundbuch Löschung”, beschikbaar op https://verwaltung.bund.de/leistungsverzeichnis/EN/leistung/99043017064000/herausgeber/BB-109438956/region/12.


45      Zie de punten 32 en 43 van deze conclusie.