Language of document :

Beroep ingesteld op 9 november 2022 – Giuffrida / Europees Openbaar Ministerie

(Zaak T-676/22)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Carmela Giuffrida (Catania, Italië) (vertegenwoordiger: S. Petillo, advocaat)

Verwerende partij: Europees Openbaar Ministerie

Conclusies

nietigverklaring van besluit nr. 038/2022 – dat op 14 september 2022 is vastgesteld en op 16 september 2022 per e-mail is meegedeeld – waarbij het Europees Openbaar Ministerie zonder enige motivering heeft geweigerd om Carmela Giuffrida overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de EOM-verordening1 te benoemen in het ambt van gedelegeerd Europees aanklager met Bari als standplaats;

vergoeding van de schade die Giuffrida heeft geleden als gevolg van zowel de vertraging in de voltooiing van de procedure als de onrechtmatige weigering om haar te benoemen en de daaruit voortvloeiende aantasting van haar imago, die wordt begroot op 445,94 EUR aan materiële schade en 50 000 EUR aan immateriële imagoschade, ofwel in totaal 50 445,94 EUR.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: ontoereikende motivering. Tegenstrijdige motivering.

–    Het besluit houdende weigering om Carmela Giuffrida te benoemen tot gedelegeerd Europees aanklager met Bari als standplaats, blijkt niet gemotiveerd te zijn, aangezien verzoekster het ambt van openbaar aanklager gedurende meer dan acht jaar, namelijk van 30 september 1999 tot 8 januari 2008, op nationaal niveau heeft uitgeoefend. Gedurende deze gehele periode heeft zij zich met name beziggehouden met de vervolging van strafbare feiten die de Europese financiële belangen schaden.

–    Uit de motivatiebrief die verzoekster heeft verstuurd om haar curriculum vitae aan te vullen en te verduidelijken, blijkt dat zij in de voornoemde periode deel uitmaakte van de bij het openbaar ministerie van Catania ingestelde werkgroep voor de in artikel 640 bis bedoelde strafbare feiten, dat wil zeggen communautaire fraude en derhalve alle daarmee samenhangende strafbare feiten.

Tweede middel: ongelijke behandeling.

–    Verzoekster klaagt over een ongelijke behandeling ten opzichte van andere Italiaanse collega’s die benoemd zijn.

–    Zij wijst erop dat het EOM nauwelijks een jaar geleden via een eerdere kennisgeving van aanwerving van gedelegeerd Europese aanklagers vijftien magistraten heeft benoemd op grond van het enkele feit dat zij zijn benoemd door de Consiglio Superiore della Magistratura (hoge raad voor de magistratuur, Italië; hierna: „CSM”) en zonder dat een van die magistraten is uitgenodigd voor een gesprek.

Derde middel: misbruik van bevoegdheid.

–    Verzoekster laakt dat het college van Europese aanklagers is voorbijgegaan aan de benoeming door de CSM – een instelling die op de hoogte is van de volledige loopbaan van Giuffrida, aangezien zij beschikt over verzoeksters persoonsdossier en haar juist op basis daarvan heeft benoemd – zonder inlichtingen in te winnen bij de Italiaanse instanties, hetgeen in strijd is met artikel 1, lid 2, van besluit nr. 013/2020 van het college over de procedures voor de benoeming van gedelegeerd Europese aanklagers.

Vierde middel: vordering tot vergoeding van materiële schade en imagoschade.

–    Verzoekster heeft zowel beroepsmatig als persoonlijk aanzienlijke schade geleden als gevolg van het feit dat zij tevergeefs heeft gewacht op het einde van de procedure bij het EOM.

–    Giuffrida voert aan dat haar schade is berokkend die onherstelbaar is, ook al zou het Gerecht het weigeringsbesluit nietig verklaren en zou zij moeten worden benoemd bij het EOM. De vertraging in haar benoeming heeft immers tot gevolg dat zij niet beschikt over dezelfde specifieke beroepsbekwaamheid met betrekking tot het ambt van gedelegeerd Europees aanklager als reeds benoemde collega’s en dat zij dientengevolge achterstand heeft opgelopen ten aanzien van de driejaarlijkse salarisverhoging.

____________

1 Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie „EOM” (GU 2017, L 283, p. 1).