Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 8 augustus 2012 door Rosella Conticchio tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 12 juli 2012 in zaak F-22/11, Conticchio/Commissie

(Zaak T-358/12 P)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Rekwirerende partij: Rosella Conticchio (Rome, Italië) (vertegenwoordigers: R. Giuffrida en A. Tortora, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 12 juli 2012 in zaak F-22/11, Conticchio/Commissie, te vernietigen;

de in eerste aanleg door rekwirante geformuleerde vorderingen toe te wijzen;

subsidiair, indien het Gerecht dat zinvol en noodzakelijk acht, de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken om op de in eerste aanleg door rekwirante geformuleerde vorderingen te beslissen;

het beroep naar aanleiding waarvan de bestreden beschikking is gewezen, ontvankelijk en in volle omvang gegrond te verklaren;

de verwerende partij te verwijzen in alle kosten, honoraria en rechten die rekwirante in alle instanties van deze zaak heeft gemaakt.

Middelen en voornaamste argumenten

De onderhavige hogere voorziening is gericht tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie van 12 juli 2012 in zaak F-22/11, waarbij een beroep dat hoofdzakelijk strekte tot nietigverklaring van het besluit betreffende de berekening van rekwirantes ouderdomspensioenrechten, deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond is verklaard.

Ter onderbouwing van haar hogere voorziening voert rekwirante drie middelen aan.

Eerste middel: Schending van het beginsel van goede trouw, billijkheid en onpartijdigheid - geen duidelijke voorstelling van de reikwijdte van enkele bepalingen en praktijken die de Commissie in de betrekkingen met haar werknemers hanteert.

In dit verband wordt gesteld dat in de bestreden beschikking wordt geoordeeld dat het betoog van rekwirante kennelijk ongegrond is en dat zij had kunnen opkomen tegen het loonstrookje voor januari 2010, nu zij vanaf dat moment op de hoogte was van haar positie. Dat loonstrookje is niettemin geen besluit dat zelfstandig kan worden aangevochten, aangezien het geen uitputtende weergave biedt van de positie van rekwirante op het moment van pensionering. Volgens vaste rechtspraak op dit punt is het loonstrookje, als boekhoudkundig administratief besluit, op zichzelf geen bezwarend besluit en kan het derhalve bij gebreke van andere vaststaande onderdelen niet worden aangevochten. Het systeem SysPer 2 volstaat niet om de hoogte van toekomstige pensioenrechten te berekenen en ook "Calculette Pension" levert niet meer dan een indicatief, niet-aanvechtbaar richtsnoer. Conticchio kon pas in beroep komen toen een definitief, schriftelijk meegedeeld besluit was genomen betreffende de toekenning en de berekening van haar pensioenrechten, want pas op dat moment heeft zij zekerheid gekregen over de precieze hoogte van haar maandelijkse pensioenuitkering.

Tweede middel: Schending van het recht op rechterlijke bescherming en van het recht op een openbaar proces.

Het Gerecht voor ambtenarenzaken was van oordeel dat het op de stukken kon beslissen en heeft de procedure niet voortgezet, maar bij met redenen omklede beschikking beslist. Deze beslissing heeft inbreuk gemaakt op rekwirantes recht op volledige rechterlijke bescherming. Conticchio is namelijk niet in de gelegenheid gesteld haar redenen uiteen te zetten noch heeft zij nader kunnen ingaan op de eventuele gronden van niet-ontvankelijkheid en/of ongegrondheid van haar beroep. Aldus is het beginsel van een billijk proces geschonden. In dat verband verdient vermelding dat in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie het recht op behoorlijk bestuur is neergelegd, opgevat als het recht van eenieder dat zijn zaken door de instellingen en organen van de Unie onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn worden behandeld. Dat recht behelst onder meer het recht van eenieder te worden gehoord voordat jegens hem een voor hem nadelige individuele maatregel wordt genomen.

Derde middel: Ongerechtvaardigde verrijking - Schending van het recht op een behoorlijke procedure.

Het beroep is niet te laat ingesteld, aangezien de onderdelen van het onderhavige middel aan de hand van het loonstrookje op geen enkele manier konden worden vastgesteld. Rekwirante heeft pas op het moment waarop zij het besluit betreffende de berekening van het pensioen heeft ontvangen, namelijk op 26 mei 2010, kunnen vaststellen dat de Commissie ongerechtvaardigd was verrijkt. Rekwirante is er namelijk nooit volledig van op de hoogte geweest hoe hoog de gestorte premies waren, aangezien zij daarover nooit mededelingen van de verantwoordelijke diensten van de Commissie heeft ontvangen. Daarnaast is de actuariële tegenwaarde van de pensioenpremies die voordien in Italië aan het INPS waren gestort, aan de Commissie overgemaakt door ze aan de pensioenregeling van de Gemeenschappen over te schrijven, waardoor een wanverhouding is ontstaan tussen het pensioen dat rekwirante ontvangt en de premies die zij gedurende haar loopbaan heeft gestort. De administratie heeft zodoende eerst premies van een bepaalde hoogte gevorderd en vervolgens een bepaalde anciënniteit toegewezen die lager is dan het daadwerkelijke aantal loopbaanjaren, zodat de administratie ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van haar ambtenaren.

____________