Language of document :

Beroep ingesteld op 10 februari 2012 - Hemmati / Raad

(Zaak T-68/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Abdolnaser Hemmati (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: B. Mettetal en C. Wucher-North, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

punt 7 van tabel A in bijlage VIII bij verordening (EU) nr. 961/2010, zoals gewijzigd, als vermeld in de bijlage bij uitvoeringsverordening nr. 1245/2011 van de Raad2, nietig verklaren, voor zover het verzoeker betreft;

punt 7 van tabel A in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad, zoals gewijzigd, als vermeld in de bijlage bij besluit 2011/783/GBVB van de Raad, nietig verklaren, voor zover het verzoeker betreft;

artikel 16, lid 2, van verordening (EU) nr. 961/2010, dat bij verordening nr. 1245/2011 is uitgevoerd, nietig verklaren, voor zover het verzoeker betreft;

artikel 19, lid 1, sub b, van besluit 2010/413/GBVB, dat bij besluit 2011/783/GBVB is gewijzigd, nietig verklaren, voor zover het verzoeker betreft,

artikel 20, lid 1, sub b, van besluit 2010/413/GBVB, dat bij besluit 2011/783/GBVB is gewijzigd, nietig verklaren, voor zover het verzoeker betreft,

het bij brief meegedeelde besluit van 5 december 2011 nietig verklaren, en

verweerder verwijzen in de kosten van het onderhavige beroep.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

Eerste middel:

de Raad heeft de procedurele verplichting geschonden om afdoende te motiveren waarom verzoeker is geplaatst op de lijst in de bestreden verordening nr. 1245/2011 en het bestreden besluit 2011/783/GBVB;

Tweede middel:

gesteld al dat het Hof de door de Raad gegeven motivering als toereikend zou beschouwen, heeft de Raad de feiten kennelijk onjuist beoordeeld, aangezien verzoeker geen banden heeft met "Daftar" en niet bijdraagt aan de financiering van de zogenaamde strategische belangen van het "regime" of aan zijn vermeende kernprogramma. Derhalve is in verzoekers geval niet voldaan aan de inhoudelijke criteria van besluit 2010/413/GBVB op grond waarvan een persoon op een lijst kan worden geplaatst, zoals bij besluit 2011/783/GBVB gewijzigd, zodat de Raad op kennelijk onjuiste wijze heeft beoordeeld of deze criteria waren nageleefd. Bovendien heeft de Raad de relevante test onjuist uitgevoerd.

Derde middel:

de plaatsing van verzoeker op de lijst is in strijd met zijn eigendomsrecht en het evenredigheidsbeginsel.

____________

1 - Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 11).

2 - Besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 71).