Language of document :

Beroep ingesteld op 9 augustus 2021 – British Airways / Commissie

(Zaak T-480/21)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: British Airways plc (Harmondsworth, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: A. Lyle-Smythe en R. O’Donoghue, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de Commissie gelasten om onverwijld het bedrag aan vertragingsrente te betalen, welk bedrag overeenstemt met de vertragingsrente over het bedrag van 104 040 000 EUR tegen het herfinancieringstarief van de ECB, vermeerderd met 3,5 %, voor de periode van 14 februari 2011 tot 8 februari 2016 (verminderd met het reeds betaalde bedrag aan „gegarandeerd rendement”), dan wel, subsidiair, tegen de rentevoet die het Gerecht passend acht;

de Commissie gelasten om samengestelde rente (dan wel, subsidiair, vertragingsrente) te betalen over het bedrag aan vertragingsrente (of het bedrag tot betaling waarvan de Commissie door het Gerecht wordt veroordeeld overeenkomstig de vorige vordering) tegen het herfinancieringstarief van de ECB, vermeerderd met 3,5 %, dan wel tegen de rentevoet die het Gerecht passend acht;

het besluit van de Commissie tot weigering van betaling van de voornoemde bedragen, dat is vervat in haar brieven van 30 april 2021 en 2 juli 2021, ex tunc nietig verklaren,

de Commissie verwijzen in verzoeksters juridische en andere kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: British Airways kan de betaling van het bedrag aan vertragingsrente vorderen in het kader van een beroep krachtens artikel 266 VWEU, eerste alinea, aangezien de Commissie dat bedrag diende te betalen om te voldoen aan het arrest van het Gerecht in zaak T-48/11.

Tweede middel: subsidiair kan British Airways de betaling van het bedrag aan vertragingsrente vorderen in het kader van een beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid krachtens artikel 266, tweede alinea, artikel 268 en artikel 340 VWEU.

Derde middel: hoe dan ook is British Airways overeenkomstig artikel 266, eerste alinea, VWEU of, subsidiair, artikel 266, tweede alinea, artikel 268 en artikel 340 VWEU gerechtigd om samengestelde rente te betalen over het bedrag dat zij op 8 februari 2016 VWEU had moeten ontvangen.

Vierde middel: het besluit van de Commissie tot weigering om de vertragingsrente en de samengestelde rente te betalen, dat is vervat in haar brieven van 30 april 20211 en 2 juli 20212 , berust op schending van de Verdragen (te weten artikel 266 VWEU) en/of van het algemeen Unierechtelijk beginsel dat EU-instellingen dienen over te gaan tot terugbetaling nadat een arrest is gewezen waarbij een maatregel is nietig verklaard. Verzoekster stelt dan ook dat het besluit moet worden nietig verklaard overeenkomstig artikel 263 VWEU.

____________

1 Brief van de Commissie van 30 april 2021 aan verzoekster.

2 Brief van de Commissie van 2 juli 2021 [ref. ARES(2021)4317994] aan verzoekster.