Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 27 oktober 2003 ingesteld door P. Vanlangendonck tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-361/03)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 27 oktober 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door P. Vanlangendonck, wonende te Overijse (België), vertegenwoordigd door B. Laurent, advocaat.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

(de wettigheid te toetsen van de beslissing van 17 juli 2003 van de directeur a.i. van het EPSO, in zijn hoedanigheid van tot aanstelling bevoegd gezag (TABG), waarvan kennis is gegeven bij brief van 25 juli 2003, welke op 28 juli 2003 is ontvangen, om geen gevolg te geven aan de op 27 maart 2003 bij DG ADMIN B.2 ( Administratieve eenheid Beroep ingekomen klachten nrs. R/134/03 en R/139/03 strekkende tot nietigverklaring of rechtzetting van de bekendmaking van een lijst van voor vergelijkend onderzoek COM/1/10/01 geslaagde kandidaten, welke kennelijk door fouten of onregelmatigheden is aangetast;

(de wettigheid te onderzoeken van de weigering door de voorzitter van de jury van het vergelijkend onderzoek COM/A/10/01 en het TABG om uitleg en relevante objectieve informatie te verstrekken;

(verweerster te veroordelen tot betaling aan verzoeker van een schadevergoeding van 400 000 euro wegens de geleden schade (onder voorbehoud van verhoging of verlaging tijdens de procedure).

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker in deze zaak komt op tegen de weigering van de administratie om de lijst van voor vergelijkend onderzoek COM/A/10/01 geslaagde kandidaten nietig te verklaren of recht te zetten, welke lijst volgens hem door fouten of onregelmatigheden is aangetast, en om de door verzoeker gevraagde informatie te verstrekken, waardoor hij in staat zou zijn om uit te maken of hij al dan niet op basis van zijn nationaliteit is gediscrimineerd tijdens de beoordeling van de resultaten en het verloop van de mondelinge proef van voormeld vergelijkend onderzoek.

Tot staving van zijn vordering, voert verzoeker aan dat:

(er sprake is van een kennelijke verkeerde rechtsopvatting of van een kennelijke feitelijke dwaling, omdat de jury 156 laureaten op de lijst heeft geplaatst, in plaats van 150 laureaten, zoals in de aankondiging van vergelijkend onderzoek was bepaald;

(het beginsel van de rechtstaat en het EG-Verdrag is geschonden, aangezien de directeur van het EPSO, in strijd met het standpunt van de voorzitter van de jury, heeft erkend dat volgens de aankondiging van vergelijkend onderzoek een ex aequo bij de mondelinge proef niet mogelijk was, terwijl het vaste rechtspraak is dat de jury zich moet houden aan de tekst van de aankondiging van vergelijkend onderzoek;

(het beginsel van gelijke behandeling van de kandidaten is geschonden. Verzoeker vraagt zich in dit verband af, waarom de jury, die zich uitstekend van zijn taak heeft gekweten bij de selectie en vergelijking op basis van hun verdiensten van de nrs. 1 tot en met 149 op de lijst van geslaagde kandidaten, plots niet in staat bleek om zeven ex aequo kandidaten te vergelijken en een selectie te maken.

____________