Language of document : ECLI:EU:T:2004:340

Zaak T‑360/03

Frischpack GmbH & Co. KG

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Driedimensionaal merk – Vorm van kaasdoos – Absolute weigeringsgrond – Artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 – Onderscheidend vermogen”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep bij gemeenschapsrechter – Betwisting van definitie van relevant publiek dat door kamer van beroep voor onderzoek van onderscheidend vermogen van aangevraagd merk in aanmerking is genomen – Wijziging van voorwerp van geschil – Geen

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 135, lid 4; verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 1, sub b)

Het staat aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) om het relevante publiek te bepalen in het kader van zijn onderzoek of het teken waarvan de inschrijving als merk is aangevraagd, onderscheidend vermogen heeft in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk.

Door op te komen tegen de definitie van het relevante publiek dat door de kamer van beroep voor het onderzoek van het onderscheidend vermogen van het aangevraagde merk in aanmerking is genomen, vraagt verzoekster het Gerecht niet om in strijd met artikel 135, lid 4, van het Reglement voor de procesvoering uitspraak te doen over andere punten dan die welke bij de kamer van beroep aanhangig waren.

(cf. punten 34‑35)