Language of document :

Beroep ingesteld op 13 februari 2013 - Panasonic en MT Picture Display / Commissie

(Zaak T-82/13)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Panasonic Corp. (Kadoma, Japan) en MT Picture Display Co Ltd (Matsuocho, Japan) (vertegenwoordigers: R. Gerrits en A.-H. Bischke, advocaten, M. Hoskins, QC (Queen's Counsel) en S. Abram, Barrister)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

besluit C(2012) 8839 def. van de Commissie van 5 december 2012 in zaak COMP/39437 - Straalbuizen voor televisies en computerschermen, geheel, of in voorkomend geval gedeeltelijk, nietig verklaren voor zover daarin is vastgesteld dat verzoeksters artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst hebben geschonden;

de aan verzoeksters opgelegde boetes nietig verklaren of in voorkomend geval verlagen;

verweerster verwijzen in de kosten van verzoeksters.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters vier middelen aan.

Eerste middel: schending van het recht op een eerlijk proces voor de periode voorafgaand aan 10 februari 2003:

De vaststelling in het bestreden besluit dat, wat kleurenbeeldbuizen betreft, Matsushita Electric Industrial Co Ltd (hierna: "MEI") in de periode voorafgaand aan 10 februari 2003 betrokken was bij de beweerde enkele en voortgezette inbreuk op artikel 101 VWEU (hierna: "beeldbuiskartel"), is gebaseerd op twee nieuwe beweringen die niet in de mededeling van punten van bezwaar stonden: ten eerste, dat MEI op de hoogte was, of had moeten zijn, van het beeldbuiskartel en ten tweede, dat MEI een strategische beslissing heeft genomen om via bilaterale contacten aan het beeldbuiskartel deel te nemen. Voorts verwijst het bestreden besluit ter staving van deze aantijgingen ook voor het eerst naar bepaalde mondeling afgelegde verklaringen en bewijsstukken of naar onderdelen daarvan;

De omstandigheid dat deze beweringen en stukken pas voor het eerst in het bestreden besluit zijn vermeld, vormt een ernstige schending van het recht van Panasonic Corporation (hierna: "Panasonic") om te worden gehoord, is onaanvaardbaar en vereist dat dit besluit tegen MEI voor deze periode wordt nietig verklaard.

Tweede middel: geen bewijs dat MEI, wat de periode voorafgaand aan 10 februari 2003 betreft, op de hoogte was of had moeten zijn van het beeldbuiskartel en/of van de inhoud ervan:

Zelfs bij ontvankelijkheid van de onder het eerste middel vermelde beweringen en/of bewijsstukken, heeft de Commissie niet bewezen dat MEI wist of had moeten weten dat de bilaterale contacten waaraan zij heeft deelgenomen een onderdeel vormden van een totaalplan en dat het totaalplan alle bestanddelen van het beeldbuiskartel bestreek;

De aangevoerde bewijsstukken tonen evenmin aan dat MEI een strategische keuze heeft gemaakt om via bilaterale vergaderingen aan enig beeldbuiskartel deel te nemen.

Derde middel: geen bewijs dat MEI/MT Picture Display Co Ltd (hierna: "MTPD") vanaf 10 februari 2003 aan de enkele en voortgezette inbreuk, vastgesteld in het bestreden besluit, hebben deelgenomen:

De vanaf 10 februari 2003 in Europa en Azië verrichte activiteiten vormden geen onderdeel van een gezamenlijk plan met een enkele doelstelling;

MEI/MTPD hebben aan geen enkele Europese multilaterale vergadering van het beeldbuiskartel deelgenomen;

Wat de bilaterale contacten van MEI/MTPD tijdens deze periode betreft, heeft de Commissie niet bewezen dat MEI/MTPD op de hoogte waren of hadden moeten zijn van het bestaan en/of van de inhoud van de multilaterale kartelactiviteiten in Europa waarbij andere adressaten van het bestreden besluit betrokken waren.

Vierde middel: de aan Panasonic/MTPD opgelegde boetes moeten volledig worden nietig verklaard of, subsidiair, worden verminderd:

Primair betogen Panasonic/MTPD dat de vaststelling dat zij elk inbreuken hebben gepleegd volledig moet worden nietig verklaard en dat de aan elk van hen opgelegde boete volledig moet worden nietig verklaard;

Subsidiair betogen Panasonic/MTPD dat, indien hun beroep tot nietigverklaring weliswaar op sommige maar niet op alle punten slaagt, de aan hen opgelegde boete dienovereenkomstig moet worden verminderd;

Voorts dan wel subsidiair betogen Panasonic/MTPD dat zelfs indien de vaststelling van een inbreuk wordt bevestigd, de aan hen opgelegde boete te hoog is aangezien het bestreden besluit voor de berekening van de boete een onjuiste methode heeft toegepast waardoor aan concern-interne verkopen ten onrechte een te hoge waarde is toegekend;

Eveneens voorts dan wel subsidiair betogen Panasonic/MTPD dat indien de boete niet volledig wordt nietig verklaard, zij moet worden verminderd ter erkenning van hun geringere betrokkenheid bij het vermeende kartel.

____________